HIGH LUMINANCE (HOGE HELDERHEID)
- MODE [AUTO IRIS, SHUT+AUTO IRIS]:
Bij het kiezen van AUTO IRIS, de elektronische sluiter wordt vastgesteld, en de
belichting wordt gecontroleerd met behulp van de mechanische iris. Bij het kiezen van
SHUT + AUTO, wordt de automatische belichting gecontroleerd met behulp van de
elektronische sluiter in midden-heldere lichtomstandigheden, en met behulp van de
mechanische iris in hoge-heldere lichtomstandigheden.
- BRIGHTNESS (HELDERHEID) [000 ~ 255]:
Hiermee stelt u de waarde van automatische belichting operatie. Als de waarde
toeneemt, wordt het scherm helderder.
LOW LUMINANCE (LAGE HELDERHEID)
- MODE [AGC, OFF]:
Bij het kiezen van AGC, wordt de automatische belichting gecontroleerd met behulp van
AGC.
- BRIGHTNESS (HELDERHEID) [x0.25, x0.50, x0.75, x1.00]:
Hiermee stelt u de waarde van automatische belichting operatie. Als de waarde
toeneemt, wordt het scherm helderder.
6.3. WHITE BAL (Witbalans)
Deze functie wordt gebruikt om de witbalans onder verschillende lichtomstandigheden te
controleren. De aanpassing van de instelling kalibreert de camera voor correcte en
natuurlijke kleurweergave.
Pas de functies PUSH, ANTI CR, PUSH-LOCK (DUWEN, ANTI CR, LOCK DUWEN) of
selecteer een submenu (MANUAL, ATW, USER1, USER2 (HANDLEIDING, ATW,
GEBRUIKER1, GEBRUIKER2)).
8
MANUAL (HANDMATIG):
Hier kunt u de waarde van SHUTTER
(SLUITERTIJD) en de AGC waarde
instellen.
- MODE [SHUT + AGC]: De modus is op
SHUT+AGC bevestigd.
- SHUT (SLUITEN) [1/50, 1/100, 1/250,
1/500, 1/1000, 1/4000, 1/10000]: Kies de
gewenste waarde.
- AGC [6.00, 12.00, 18.00, 24.00, 30.00,
36.00, 42.00, 44.80]: Als de AGC waarde
toeneemt, het totale scherm wordt
helderder maar de geluidsniveau neemt ook
toe.
Nederlands