58
Gegevensoverdracht
Druk op
wanneer u de gegevensoverdracht wilt
onderbreken en tegelijk annuleren.
Nadat de gegevensoverdracht is uitgevoerd, verschijnt
op het display weer de applicatie die gebruikt werd
voordat u met de procedure begon.
Overbrengen van afzonderlijke invoer-eenheden
U kunt afzonderlijke invoer-eenheden overbrengen in de Tel,
Schedule en Memo applicaties.
1.
Schakel beide organizers in.
2.
Kies op de zend-organizer de invoer-eenheid die u wilt
overbrengen.
3.
Druk bij de ontvangst-organizer op
applicatiemenu te openen, kies "UNIT TO UNIT
TRANSFER" en druk dan op
Er verschijnt een submenu.
4.
Kies "GET DATA (APPEND)" en druk op
5.
Druk bij de zend-organizer op
te openen, kies "UNIT TO UNIT TRANSFER" en druk dan
op
. Kies "SEND SELECTED ENTRY" en druk op
om het
.
.
om het applicatiemenu
.
De gekozen invoer-eenheid wordt overgestuurd en toegevoegd
aan de gegevens in de corresponderende applicatie.
Overbrengen van alle invoer-eenheden van een
applicatie
U kunt in een keer alle invoer-eenheden van de Schedule, Memo
en Tel applicatie overbrengen.
1.
Schakel beide organizers in.
2.
Schakel op beide organizers dezelfde applicatie in.
3.
Druk bij de ontvangst-organizer op
applicatiemenu te openen, kies "UNIT TO UNIT
TRANSFER" en druk dan op
4.
Kies "GET DATA (APPEND)" en druk op
5.
Druk bij de zend-organizer op
te openen, kies "UNIT TO UNIT TRANSFER" en druk dan
op
.
Er verschijnt een submenu.
6.
Kies "SEND ALL IN THIS VIEW".
Alle invoer-eenheden van de applicatie worden overgebracht.
om het
.
.
om het applicatiemenu