20
Basisbediening
Speciale tekens
De speciale tekens die in donkerblauw opschrift boven sommige
toetsen staan, kunt u rechtstreeks vanaf het toetsenbord
invoeren. Houd de
betreffende toets om het bijbehorende teken in te voeren. Een
dubbele punt voert u in door
de
toets te drukken. Diverse andere speciale tekens zijn
beschikbaar door indrukken van de
Verplaatsen van de cursor
Gebruik de
,
,
,
over het scherm te verplaatsen. Houd de cursortoets ingedrukt
om de cursor snel te verplaatsen.
In de Edit modus hebt u tevens de beschikking over de volgende
handige cursorfuncties:
De cursor gaat naar het einde van de regel.
De cursor gaat naar het begin van de regel.
De cursor gaat naar de eerste regel van het veld.
De cursor gaat naar de laatste regel van het veld.
De cursor gaat naar het eerste veld.
De cursor gaat naar het laatste veld.
Wissen van tekst
Maakt u een fout tijdens het typen van tekst, gebruik dan de
volgende toets om de tekst te wissen en de juiste tekst in te
voeren:
De letter meteen links van de cursor wordt gewist.
toets ingedrukt en druk dan op de
ingedrukt te houden en dan op
toetsen (zie blz. 54).
,
en
cursortoetsen om de cursor
Werken met tekstblokken
Vaak is het handiger om met tekstblokken te werken in plaats
van met afzonderlijke letters. U begint met het markeren van
het gewenste tekstblok.
1.
Houd de
toets ingedrukt en gebruik dan de
cursortoetsen om de tekst te markeren waarmee u wilt
werken. Het betreffende tekstblok wordt met omgekeerd
contrast (witte letters op een zwarte achtergrond)
aangegeven.
2.
U kunt nu diverse dingen met het geselecteerde tekstblok
doen:
Wissen van het geselecteerde tekstblok.
Kopiëren van het geselecteerde tekstblok naar
het klembord zodat u later een kopie van het blok
op een andere plaats kunt invoegen.
Verwijderen van het geselecteerde tekstblok van
de huidige plaats en het blok naar het klembord
verplaatsen.
De geselecteerde tekst vervangen door wat er
nu in het klembord is..
Zie blz. 53 voor nadere bijzonderheden betreffende de
Cut/Copy/Paste functies.