Programmeren
2 Programmeren
2
2
2.1 Programmering met de MCT 10 setup-
software
De frequentieomvormer kan vanaf een pc worden
geprogrammeerd via een RS-485-poort, na installatie van
de MCT 10 setup-software. Deze software is te bestellen
met behulp van bestelnummer 130B1000 of te
downloaden via de Danfoss-website: http://
www.danfoss.com/BusinessAreas/DrivesSolutions/Software-
download/. Zie handleiding MG10RXYY.
2.2 Lokaal bedieningspaneel (LCP)
De volgende instructies gelden voor het LCP van de FC
101. De functies van het LCP zijn onderverdeeld in vier
groepen.
A. Alfanumeriek display
B. Menutoets
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)
D. Bedieningstoetsen en indicatielampjes (leds)
1
2
3
4
6
10
7
8
9
Afbeelding 2.1
A. Alfanumeriek display
Het LCD-display is voorzien van achtergrondverlichting en
2 alfanumerieke regels. Alle gegevens worden op het LCP
weergegeven.
12
1-20 Motor Power
A
[5] 0.37kW - 0.5HP
Setup 1
Main
Status
Quick
B
Menu
Menu
Menu
Com.
C
On
OK
Warn.
Alarm
Hand
O
Auto
D
On
Reset
13
14
MG18B210 – VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT® HVAC Basic Drive Programmeerhandleiding
Gegevens kunnen worden uitgelezen via het display.
1
Nummer en naam van de parameter
2
Parameterwaarde
3
Het setupnummer toont het nummer van de actieve setup
en het nummer van de setup die wordt gewijzigd. Als de
actieve setup ook de te wijzigen setup is, wordt alleen het
nummer van deze setup getoond (fabrieksinstelling).
Wanneer de actieve en de te wijzigen setup niet dezelfde
zijn, worden beide nummers op het display weergegeven
(Setup 12). Het nummer van de te wijzigen setup zal
knipperen.
4
De draairichting van de motor wordt linksonder op het
display aangegeven door middel van een pijltje dat
rechtsom of linksom wijst.
5
Het driehoekje geeft aan of het LCP de status, het
snelmenu of het hoofdmenu weergeeft.
Tabel 2.1
B. Menutoets
Gebruik de menutoets om te schakelen tussen status,
snelmenu en hoofdmenu.
C. Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds)
6
Com-led: Knippert wanneer de bus bezig is met
communiceren.
7
Groene led/On: geeft aan dat de besturingssectie werkt.
8
Gele led/Warn.: geeft een waarschuwing aan.
9
Knipperende rode led/Alarm: geeft een alarm aan.
5
10 [Back]: Brengt u een stap of laag terug in de navigatie-
structuur.
11 Pijltjestoetsen [
tergroepen, parameters en om te bewegen binnen
11
parameters. Kan ook worden gebruikt voor het instellen van
12
de lokale referentie.
11
12 [OK]: dient om een parameter te selecteren en om
11
wijzigingen van de parameterinstelling te accepteren.
Tabel 2.2
On
15
▲
▼
] [
]: dienen om te wisselen tussen parame-