66
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
•
Server uitgaande mail: (te
definiëren) - geef het IP-adres of de hostnaam op van de
computer die uw e-mail verzendt.
•
Bericht zenden
(netwerkdienst) - bepaal hoe e-mail op uw telefoon wordt verzonden.
Meteen
- zodra u
Zenden
verb.
- e-mail wordt verzonden de eerstvolgende keer dat u verbinding maakt met uw
remote mailbox.
•
Kopie naar mij
- kies
Ja
om een kopie van het e-mailbericht in uw remote mailbox op
te slaan en op het adres dat u hebt opgegeven bij
•
Handtek. opnemen
- kies
Ja
voegen en de tekst hiervan op te stellen of te bewerken.
•
Gebruikersnaam:
- geef de gebruikersnaam op die door uw aanbieder is verstrekt.
•
Wachtwoord:
- geef uw wachtwoord op. Als u dit veld niet invult, moet u een
wachtwoord opgeven wanneer u verbinding maakt met de remote mailbox.
•
Server inkom. mail: (Te
definiëren) - geef het IP-adres of de hostnaam op van de
computer die uw e-mail ontvangt.
•
Mailboxtype:
- hier geeft u het e-mailprotocol op dat door de aanbieder van uw remote
mailbox wordt aanbevolen. U kunt kiezen uit
U kunt deze optie slechts één keer instellen. De instelling kan niet worden gewijzigd
als u de mailboxinstellingen hebt opgeslagen of hebt afgesloten.
•
Beveiliging
- wordt gebruikt met de protocollen POP3, IMAP4 en SMTP om de
verbinding met de remote mailbox te beveiligen.
•
APOP beveil. inloggen
- wordt gebruikt met het POP3-protocol om wachtwoorden te
coderen bij verzending naar de remote e-mailserver. Deze optie is niet beschikbaar als
u IMAP4 hebt geselecteerd als Mailboxtype:.
•
Bijlagen ophalen
(niet beschikbaar als het e-mailprotocol POP3 is) - voor het ophalen
van e-mail met of zonder bijlagen.
•
Berichtkop. ophalen
- hiermee bepaalt u hoeveel e-mailberichtkoppen er worden
opgehaald. Beschikbare opties zijn:
het IMAP4-protocol.
kiest, wordt verbinding gemaakt met de mailbox.
Mijn
om een handtekening aan uw e-mailberichten toe te
POP3
en IMAP4.
Alles
en
Door gebr.
gedef.. Wordt alleen gebruikt bij
Bij besch.
e-mailadres.