Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Koppeling Met De Rox 10.0 Gps; Koppeling Van Prestatiemeters - Sigma ROX 10.0 GPS Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen
Fiets 1–3 & totaal
www.sigmasport.com
10.3.1 Koppelen met de ROX 10.0 GPS
ANT+ koppelen (snelheid, trapfrequentie, hartslag, prestatie)
De zender die gekoppeld moet worden, moeten geactiveerd worden (door
de magneet bij ANT+ snelheids- en ANT+ trapfrequentiezenders, of door het
omdoen van de borstriem bij hartslagzenders).
Kies met de functietoetsen
koppelen en start het koppelprocedure met de toets
er verschijnt kort „Zoeken", daarna wordt de ID van de zender getoond. De
koppelprocedure is hiermee afgesloten en de sensor kan in de training worden
gebruikt.
Aanwijzing:
Houd de afstand tussen sensor en RoX 10.0 gps op 1 tot 2 meter. Zorg er ook
voor, dat er geen andere ANT+ sensoren in een omtrek van 20 meter zijn. met
deze instelling wijst u de sensoren aan een bepaalde fiets (fiets 1, 2 of 3) toe.
met welke fiets u rijdt, moet bij het trainen in de trainingmodus handmatig
worden geselecteerd. Zie hiervoor hoofdstuk "2.5 synchronisatie van de
sensoren" (voorinstelling: fiets 1).
Totaalwaarden (totale afstand, totale rijtijd, totaal aantal calorieën, totale
hoogtemeters bergop, totale maximale hoogte, totale afstand bergop, totale
tijd bergop, totale hoogtemeters bergaf, totale afstand bergaf, totale tijd
bergaf)
Hier kunt u reeds bestaande waarden invoeren (bijv. overname van de waarden
uit uw oude apparaat). Nieuw toegevoegde waarden worden dienovereenkomstig
geëxtrapoleerd.
10.3.2 Koppelen van prestatiemeters
Kies met de functietoetsen
Druk weer
. om het koppelen met de prestatiemeter te beginnen.
ENTER
Activeer uw prestatiemeter zoals voorgeschreven is door de fabrikant (meestal
door de pedalen of het wiel te draaien).
Als het koppelen succesvol afgerond is, hebt u de mogelijkheid om de
automatische methode voor het bepalen van het nulpunt aan en uit te zetten
en/ of het nulpunt handmatig te kalibreren. Houd er rekening mee, dat dit niet
voor elke vermogensmeter noodzakelijk is. Raadpleeg de handleiding van uw
prestatiemeter.
Aanwijzing:
Het nulpunt is een waarde die de prestatiemeter naar de RoX 10.0 gps
zendt, wanneer er geen kracht op de prestatiemeter wordt uitgeoefend. Het
is belangrijk dat het nulpunt vóór het rijden wordt ingesteld of het auto-nulpunt
wordt geactiveerd. op basis van deze waarde worden alle prestatiegegevens
berekend.
ROX 10.0
en
de desbetreffende sensor voor het
ENTER
en
„prestatiem. inst." en druk
ROX 10.0
.
.
ENTER
pagina 41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave