4.2. Beschermkapje
Oefen niet te veel druk uit op de testpunt of het beschermkapje.
Bij het weghalen van de bescherming, opletten dat u zich niet kwetst aan de meetpunt.
Gebruik het beschermkapje als u het toestel transporteert of opbergt.
1) Methode om het beschermkapje aan te brengen
Knijp de punt van het beschermkapje vast en trek het in de richting van de meetpunt. Draai deze
vervolgens 90° , zoals op de afbeelding hieronder en volg de markeringen op de bescherming en
op het toestel zelf.
2) Methode om het beschermkapje te verwijderen
Knijp de punt van het beschermkapje vast en trek het in de richting van de meetpunt. Draai deze
vervolgens 90° , zoals op de afbeelding hieronder. De bescherming trekt zich automatisch terug
en maakt de testpunt vrij (positieve klem).
3) Methode om het meetsnoer op te bergen
Het meetsnoer wordt opgeborgen in het compartiment achteraan op het toestel.
5. FUNCTIES
Auto-ranging (AUTO)
Met deze functie kan men automatisch het geschikte meetbereik selecteren in functie van het
ingangssignaal. Het bericht "AUTO" wordt weergegeven als de functie geactiveerd is. Deze
functie is niet beschikbaar in diode/continuïteitstest en duty cycle modus. Het bericht "AUTO"
wordt niet weergegeven.
Hold
Met deze functie wordt de uitlezing in elke functie weergegeven.
Het bericht
wordt weergegeven als men de Hold toets indrukt.
De meetwaarde wordt bewaard. Druk nogmaals op deze toets om de Hold functie te verlaten.
REL (
)
Deze functie geeft het verschil tussen de meetwaarden weer (relatieve waarde) in de DCV en
capaciteitsmodus. Het symbool " " wordt weergegeven als men de HOLD toets indrukt. De
meetwaarde wordt in het geheugen opgeslagen. Daarna wordt het verschil weergegeven tussen
de opgeslagen en de gemeten waarde. Druk deze toets nogmaals in of schakel over naar een
andere functie om de REL functie te verlaten.
OPGELET
7