waakvlammen (bv. van een boiler of andere
toestellen) aanwezig kunnen zijn.
•
Zet de gashendel terug voordat u de motor uitzet
en sluit de brandstofafsluitklep (indien aanwezig)
na het maaien.
De bedieningsorganen
gebruiken na het maaien
1.
Rijd de machine van de green, duw de
handgreep naar beneden om de maai-eenheid
omhoog te brengen, laat de koppelingsstang los,
schakel de maai-eenheid uit en zet de motor af.
2.
Verwijder de grasmand en verwijder het maaisel
uit de mand.
3.
Monteer de grasmand op de machine en rijd de
machine naar haar stalplaats.
De machine transporteren
Na het maaien: transporteer de machine van
de werkplek, zie
De machine transporteren met
transportwielen (bladz. 16)
met een aanhanger (bladz.
of
De machine transporten
16).
De transportwielen
monteren
1.
Zet de kickstandaard in de O
VAN DE TRANSPORTWIELEN
(bladz. 12)
2.
Schuif een wiel op een as
1. As
3.
Draai de sluitklem van het wiel
van het midden van het wiel zodat het wiel
verder op de as kan schuiven.
4.
Draai het wiel naar voren en achteren totdat het
wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem
vastzit in de sleuf op de as.
5.
Herhaal deze procedure aan de andere kant
van de machine.
6.
Haal de machine voorzichtig van de
kickstandaard.
De transmissie in- of
uitschakelen
U kunt de trommel losmaken van de transmissie en
zo de machine verplaatsen. Schakel de transmissie
uit wanneer u de machine moet verplaatsen zonder
de motor te starten (bv. onderhoudswerkzaamheden
uitvoeren in een afgesloten ruimte).
Zorg ervoor dat u de transmissie inschakelt voordat u
de machine gebruikt.
1.
Zoek de schakelhendel voor de tractie op de
tandwielkast van de transmissie
21
NDERHOUDSSTAND
; zie
Kickstandaard
(Figuur
21).
Figuur 21
2. Sluitklem van wiel
(Figuur
(Figuur
g307661
21) weg
19).