Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud Aandrijfsysteem; Onderhoud Van De Banden; De Onderdelen Van De Stuurinrichting En Ophanging Controleren; De Uitlijning Van De Voorwielen Afstellen - Toro Workman GTX Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Workman GTX:
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud
aandrijfsysteem

Onderhoud van de banden

Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
ren—Controleer de staat van de
banden en velgen.
Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren
aan.
1.
Inspecteer de banden en velgen op tekenen van
slijtage en beschadiging.
Opmerking:
Ongelukken tijdens
werkzaamheden, zoals een botsing tegen
een trottoirband, kunnen een band of een
velg beschadigen en tevens de wieluitlijning
verstoren. Daarom moet u na een ongeluk de
conditie van de banden controleren.
2.
Draai de wielmoeren vast met een torsie van
108 tot 122 N·m.
De onderdelen van
de stuurinrichting en
ophanging controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—De
stuurinrichting en ophanging op
losse of beschadigde onderdelen
controleren.
Zet het stuurwiel in de gecentreerde stand
46), en draai het stuurwiel naar links of rechts. Als u
het stuurwiel meer dan 13 mm naar links of rechts
draait en de banden draaien niet, controleer dan de
volgende onderdelen van de stuurinrichting en de
ophanging om er zeker van te zijn dat ze niet los zitten
of beschadigd zijn:
Stuuras tot verbinding van stuurhuis
Belangrijk:
Controleer de toestand van de
afdichting van de rondselas en ga na of u deze
op een veilige manier kunt gebruiken
47).
Trekstangen van het stuurhuis
1. Stuurwiel in de
gecentreerde stand
1. Afdichting van rondselas
(Figuur
De uitlijning van de
voorwielen afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaar-
Voordat u de vlucht of het toespoor
(Figuur
afstelt
1.
Controleer de bandendruk en zorg ervoor dat de
banden vooraan tot 0,83 bar gepompt zijn.
2.
Leg ofwel een gewicht op de bestuurdersstoel
dat overeenkomt met het gemiddelde gewicht
van de bestuurders die met de machine zullen
werken, of laat een bestuurder plaatsnemen op
de stoel. Het gewicht of de bestuurder dienen
gedurende de hele instellingsprocedure op de
stoel te blijven.
40
Figuur 46
2. 13 mm van het midden
van het stuurwiel
Figuur 47
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)—De vlucht en het toespoor
van de voorwielen controleren.
g313577
g313576

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

07153

Inhoudsopgave