Gebruik geen agressieve chemicaliën, oplosmiddelen
•
of sterke reinigingsmiddelen om het apparaat schoon
te maken. Het oppervlak en het scherm van het
apparaat mogen alleen worden gereinigd met een
zachte, schone, droge doek. Wanneer u de batterij uit
het apparaat haalt, kunt u de binnenkant eventueel
reinigen met een zachte, schone en droge doek. Zet het
apparaat uit voordat u de batterij verwijdert.
Verf het apparaat niet. Verf kan de bewegende
•
onderdelen van het apparaat blokkeren en de correcte
werking belemmeren.
Gebruik alleen de meegeleverde of een goedgekeurde
•
vervangingsantenne. Niet-goedgekeurde antennes,
aanpassingen of accessoires kunnen het apparaat
beschadigen en kunnen in strijd zijn met de
regelgeving met betrekking tot radioapparaten.
Gebruik laders binnenshuis.
•
Als u vermoedt dat het apparaat onderhoud of herstel
•
nodig heeft, zet u het apparaat uit, trekt u de stekker
uit het stopcontact en verwijdert u de batterij.
Deze tips gelden zowel voor het apparaat als voor de batterij,
de oplader en andere accessoires.
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en
verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het
ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en
bevordert u het hergebruik van materialen. Voor milieu-
informatie en het recyclen van uw Nokia-producten kijkt u op
www.nokia.com/werecycle of nokia.mobi/werecycle.
Het symbool van de doorgestreepte container op uw product,
in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat alle
elektrische en elektronische producten, batterijen en accu's
na afloop van de levensduur voor gescheiden
afvalverzameling moeten worden aangeboden. Dit geldt
voor de Europese Unie. Bied deze producten niet aan bij het
gewone huisvuil. Raadpleeg voor meer informatie de
verklaringen met betrekking tot het milieu op
www.nokia.com/environment.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Kleine kinderen
Het apparaat en toebehoren zijn geen speelgoed. Ze kunnen
kleine onderdelen bevatten. Houd deze buiten het bereik van
kleine kinderen.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Aanvullende veiligheidsinformatie
Gebruiksomgeving
Normale gebruikspositie van het apparaat
Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan
radiosignalen in de normale positie, in rechtstreeks contact
met het lichaam.
Bepaalde onderdelen van het apparaat zijn magnetisch.
Metaalhoudende materialen kunnen door dit apparaat
worden aangetrokken. Plaats nooit creditcards of andere
magnetische opslagmedia in de buurt van het apparaat.
Opgeslagen gegevens kunnen anders worden gewist.
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur kan het functioneren
van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het
medische apparaat om vast te stellen of het apparaat
voldoende is beschermd tegen externe RF-energie. Schakel
uw apparaat uit wanneer dat wordt voorgeschreven door
instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruikmaken van apparatuur die
gevoelig is voor externe RF-energie.
Geïmplanteerde medisch apparaten
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch
apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde
defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische
apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal
15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke
apparaten moeten met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3
•
centimeter afstand van het medische apparaat.
Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden
•
is om te vermoeden dat er een storing plaatsvindt.
Volg de instructies van de fabrikant van het
•
geïmplanteerde medische apparaat.
23
23