2
Druk op de geheugenkaart om deze
los te maken uit de sleuf.
3
Haal de geheugenkaart eruit.
4
Sluit het klepje van de
geheugenkaartsleuf. Controleer of
het klepje goed is gesloten.
Headset
U kunt een compatibele headset met een
aansluiting van 3,5 mm op uw apparaat
aansluiten.
Als u een Nokia-headset met ingebouwde
microfoon gebruikt, kunt u de audio-
aansluiting van het apparaat ook als
audio-invoer gebruiken.
Voortdurende blootstelling aan een hoog
geluidsvolume kan uw gehoor
beschadigen. Luister naar muziek op een
gematigd geluidsvolume.
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
4. Connectiviteit
U kunt met behulp van verschillende
verbindingstypen verbinding maken met
andere compatibele apparaten.
Verbindingsmethoden activeren
Druk op fn + F10.
WLAN-verbindingen
Als u een draadloze LAN (WLAN)-
verbinding wilt gebruiken, moet WLAN op
uw locatie beschikbaar zijn en moet uw
apparaat met het WLAN zijn verbonden.
Sommige draadloze LAN's zijn beveiligd,
in welk geval u een code van de
serviceprovider of eigenaar van het
draadloos LAN nodig hebt om verbinding
te maken.
Functies waarvoor de WLAN-functie wordt
gebruikt, vergen extra batterijcapaciteit
en verkorten de levensduur van de
batterij.
Belangrijk: Schakel altijd één van de
beschikbare coderingsmethoden in om de
beveiliging van uw draadloze LAN-
verbinding te vergroten. Het gebruik van
codering verkleint het risico van
onbevoegde toegang tot uw gegevens.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand
gebracht wanneer u een beschikbaar
draadloos LAN (draadloze router of
draadloos toegangspunt) selecteert en de
vereiste code invoert als het netwerk is
beveiligd. De actieve WLAN-verbinding
wordt gesloten wanneer u de
gegevensverbinding sluit.
Connectiviteit
9
9