Er wordt teruggekeerd naar de handma-
tige bediening als de pook opnieuw in
stand A/M wordt gezet.
Bij stilstaande auto en uitgenomen con-
tactsleutel kunt u de pook zonder of met
ingetrapt rempedaal verplaatsen. Het sys-
teem voert geen enkel commando uit als
de pook wordt verplaatst en de versnel-
ling die was ingeschakeld voordat de con-
tactsleutel werd uitgenomen, blijft in het
geheugen opgeslagen.
BELANGRIJK Bij draaiende motor klinkt er
een akoestisch signaal als de stand van de
pook en de ingeschakelde versnelling niet
overeenkomen. Dit signaal stopt als de fout
is hersteld.
HANDMATIGE BEDIENING
(MANUAL)
Deze functie biedt de bestuurder de ge-
legenheid zelf de beste versnelling te kie-
zen in relatie tot de gebruiksomstandig-
heden van de auto.
Ga voor het overschakelen als volgt te
werk:
❒ druk de pook in stand + (UP) fig. 1 om
op te schakelen;
of
❒ druk de pook in stand – (DOWN)
fig. 1 om terug te schakelen.
Tijdens het overschakelen hoeft het gas-
pedaal niet te worden losgelaten.
Als een schakelcommando van de be-
stuurder de juiste werking van de motor
en de versnellingsbak in gevaar brengt, dan
weigert het systeem het commando.
In deze gevallen waarschuwt het systeem
de bestuurder dat het onmogelijk is het
schakelcommando uit te voeren: op het
instelbare multifunctionele display ver-
schijnt het betreffende bericht (zie de pa-
ragraaf "Lampjes en berichten") en er
klinkt een akoestisch signaal.
Er wordt automatisch teruggeschakeld als
de motor het stationair toerental bereikt
(bijv. bij afremmen).
Houd uw hand niet op de ver-
snellingspook; laat de pook
los nadat u een schakelcom-
mando hebt gegeven of de
automatische/handmatige
hebt gekozen.
fig. 5
BEDIENINGSHENDELS OP HET
STUUR fig. 5
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij bepaalde uitvoeringen kan de versnel-
lingsbak ook sequentieel worden bediend
m.b.v. de hendels op het stuurwiel (op-
tional).
Om de bediening op het stuurwiel te ge-
bruiken moet de versnellingspook in de
middelste stand tussen + en – staan:
werking
❒ bedien de hendel + op het stuurwiel:
om op te schakelen;
❒ bedien de hendel – op het stuurwiel:
om terug te schakelen.
Het inschakelen van een lagere of hogere
versnelling is alleen mogelijk als het mo-
tortoerental dit toestaat.
F0U0505m
5