Pagina 1
230V AC Netspanning gevoede Ei3024 / 3016 / 3014 Melders Handleiding Lees de handleiding zorgvuldig door en bewaar deze zolang als het product wordt gebruikt. Het bevat essentiële informatie over de werking en installatie van uw melder. De handleiding moet worden beschouwd als onderdeel van het product.
Inhoud Handleiding installateur 1. Inleiding 1.1 Overzicht 1.2 Technische specificaties 2. Installatie 2.1 Belangrijke veiligheidsaanwijzingen 2.2 Waar moet de melder worden geplaatst? 2.3 Welke melder in welke ruimte? 2.4 Waar in de ruimte? 2.5 Te vermijden locaties 2.6 Bevestiging en bedrading 2.7 Melders doorkoppelen 2.8 Melder verwijderen...
Pagina 3
Handleiding gebruiker 3. Testen 3.1 Uw melder testen en onderhouden 3.2 Uw melder reinigen 4. Wat te doen bij een alarm 5. Probleemoplossing en indicatoroverzichtstabellen 6. Belangrijke beschermingen 7. Service en garantie Uw melder laten onderhouden 7.2 Garantie...
Pagina 5
De Ei3024 is een multisensor-brandmelder met hittegevoelige optische rooksensor en automatische stofcompensatie, waardoor sneller gereageerd wordt op veel verschillende soorten brand. De melder detecteert rook en hitte van een brand en is ideaal voor in de gang, overloop, woonkamer en slaapkamer.
2.1 Belangrijke veiligheidsaanwijzingen Melders die worden gevoed door netvoeding moeten geïnstalleerd en doorgekoppeld worden door een gekwalificeerde installateur in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften voor elektrische installaties. Het niet correct installeren van deze melder kan de gebruiker blootstellen aan gevaar voor elektrische schok of brand en kan het product beschadigen. De melder is ontworpen om permanent bevestigd te worden, waarbij het eigen ingebouwde klemmenblok wordt gebruikt voor de aansluiting op de netvoeding.
2.2 Plaatsing van de rookmelders en hittemelders De 230V gevoede Ei rookmelders mogen toegepast worden in nieuwbouw- en bestaande woningen, studentenhuizen (logiesfunctie) en renovaties zoals aangewezen in het Bouwbesluit 2012. In het Bouwbesluit wordt beschreven voor welke woonfuncties in bestaande bouw en nieuwbouw rookmelders verplicht zijn, in welke ruimtes deze geplaatst dienen te worden, wat de eisen aan deze melders zijn, en in combinatie met de NEN 2555 hoe de exacte projectering van de melders dient te gebeuren.
2.3 Welke melder in welke ruimte? Onderstaande tabel en uitleg zijn bedoeld voor het optimaal beveiligen tegen brand, en beschrijven dus meer mogelijkheden dan het Bouwbesluit en NEN 2555. Ei3024 Multisensor- Ei3016 Ei3014 Locatie brandmelder Optische rookmelder Hittemelder (i) ✔...
2.4 Waar in de ruimte? De locaties moeten voldoen aan van toepassing zijnde voorschriften voor gebouwen IDEALITER IN 50 cm Plafondmontage PLEKKEN MET HET MIDDEN VAN (min) DODE LUCHT HET PLAFOND Hete rook stijgt op en verspreidt zich, dus een centrale positie aan het plafond is de beste locatie.
Bij schuine plafonds Op plekken met een schuin of puntdak plafond dient u de melder tussen 30 en 60 cm onder het hoogste punt horizontaal te monteren (dakhelling vanaf 15˚). Stilstaande lucht in de nok (warmtelaag) kan voorkomen dat rook (zie afbeelding 2).
Pagina 17
• Oppervlakken die normaal gesproken warmer of kouder zijn dan de rest van de ruimte (bijv. zolderluik). Temperatuurverschillen kunnen ervoor zorgen dat hitte of rook de melder niet bereiken. • Naast of direct boven verwarmingstoestellen of ventilatieroosters, ramen, wandventilatie-openingen etc. waarbij tocht de richting van de luchtstroom kan wijzigen en snelle temperatuurschommelingen kan veroorzaken.
2.6 Bevestiging en bedrading 1. Selecteer een locatie in overeenstemming met het advies in de vorige delen. 50 cm 50 cm 2. Koppel de -netvoeding los van het circuit dat gebruikt zal worden. (min) (min) 3. Til de bedradingsafdekking op zoals weergegeven in afbeelding 3.
Pagina 19
Waarschuwing: Het door elkaar gebruiken (of niet-aangesloten laten) van de fase- en nuldraad bij het doorkoppelen van melders kan alle melders beschadigen. Zorg ervoor dat draden met dezelfde kleur worden gebruikt in de ruimtes voor fase-, nul- en koppeldraden. Wij adviseren nadrukkelijk om het volgende te controleren voordat de melder wordt aangesloten: •...
Pagina 20
L: LIVE - IC: INTERCONNECT - FASE (BRUIN) DOORKOPPELEN (BIJV. ORANJE) N: NEUTRAL - NUL (BLAUW) AARDE (GROEN/GEEL) Afb.4 BEDRADING INVOER Afb.5 Er zijn twee andere posities die ook geschikt zijn voor de ingang (en uitgang) van de oppervlakbedrading in de melder. De ene bevindt zich naast het verwijderbare deel en de ander direct ertegenover. 5.
9. Breng de ‘groepenkastlabel’ aan, die zich op of in de buurt van de groepenkast bevindt en noteer installatiedatum en aantal melders op de groep. 10. Controleer of de melder correct werkt, zie het deel UW MELDER TESTEN EN ONDERHOUDEN. Schuif op de melder Melders testen Afb.6...
Pagina 22
Bij meer dan 12 melders verwijzen wij naar onze website www.eielectronics.nl/draadlooskoppelen. Of neemt u contact op met onze adviseurs bij Hemmink. WAARSCHUWING: Koppel deze melders niet aan een ander type Ei-melder (behalve degene die hierboven worden vermeld) of aan een ander model dat geproduceerd is door een andere fabrikant.
Pagina 23
L (Live): Fase – aansluiten met bruine draad; N (Neutral): Nul – aansluiten met blauwe draad. En alleen wanneer rookmelders gekoppeld worden: IC (=interconnect/koppeldraad) gebruiken. Gebruik voor het bedraad doorkoppelen van rookmelders (max. 12 melders) geen aardedraad of een draad die later verward kan worden met de bestaande bedrading (geen bruin, zwart, grijs, blauw of geel-groen;...
2.8 Melder verwijderen * Voeding loskoppelen voor verwijderen * Verwijdergleuf opsporen Schroevendraaier inbrengen Vind de pijl aan de voorzijde van de melder. Breng een platkopschroevendraaier ca. 10 mm De gleuf bevindt zich direct boven de pijl horizontaal in het midden van de verwijdergleuf in Schuif melder van basis Melder wegnemen Met ingebrachte schroevendraaier moet het...
3.1 Uw melder testen en onderhouden Alle melders moeten regelmatig worden getest, om er zeker van te zijn dat deze correct werken. Richtlijnen en best practices voor testen zijn: 1. Nadat het systeem is geïnstalleerd. 2. Een keer per maand daarna. 3.
Pagina 27
(iii) Houd de Test-knop 10 seconden ingedrukt en controleer of het alarm klinkt. Hiermee wordt de werking van de sensor, elektronica en claxon getest. Het alarm stopt als de knop wordt losgelaten. Het indrukken van de Test-knop simuleert rook en/of hitte en is daarom de beste manier om te controleren of de melder correct werkt.
De Ei3000MRF-modules (indien aanwezig) moeten terug worden geplaatst op de melders en de melders moeten terug worden geplaatst op de montageplaten als de woning weer bezet is. Zorg ervoor dat de oorspronkelijke RF-module weer met dezelfde melder wordt gekoppeld. (Langetermijnopslag (langer dan 1 jaar) kan de batterijen zodanig beschadigen, dat ze niet opnieuw worden opgeladen als de melders weer op de netvoeding worden aangesloten).
Pagina 29
WAARSCHUWING: Verf uw melder niet. Behalve de hierboven beschreven reiniging, is ander onderhoud door de klant niet nodig. Onderhoud of reparaties moeten worden uitgevoerd door de fabrikant. Alle melders zijn gevoelig voor het binnendringen van stof en insecten, wat kan leiden tot foutieve alarmen of een defecte melder.
Pagina 31
(i). Controleer deuren van een ruimte op hitte of rook. Open geen hete deur. Gebruik een alternatieve vluchtroute. Sluit alle deuren achter u bij het verlaten. (ii). Als er veel rook is, moet u wegkruipen, waarbij u dicht bij de grond blijft.
Pagina 33
Uw melder maakt • Controleer of de melder correct is bevestigd op de montageplaat. geen geluid als de u de • Wacht 15 seconden na het aansluiten van de voeding voordat er wordt getest met de knop. Test-knop indrukt • Houd de knop minimaal 10 seconden stevig ingedrukt. •...
Pagina 34
Doorgekoppelde melders • Houd de Test-knop minimaal 10 seconden ingedrukt om ervoor te zorgen gaan niet allemaal af dat het signaal wordt overgedragen naar alle doorgekoppelde melders. • Als dat niet het geval is en u een bedrade doorkoppeling hebt, adviseren wij u om een gekwalificeerde installateur te raadplegen.
Pagina 35
Normale modus Modus Handeling Groene led Gele led Rode led Geluid (voeding) (storing) (alarm) Inschakelen Schuif op montageplaat Stand-by Test-knop Testen (maandelijks) indrukken en ingedrukt houden In alarmmodus Detectie van brand Geactiveerd via doorkoppeling Indrukken van de Test-hush-knop (onderdrukkingsknop op de melder die de x 10 min brand detecteert Met ingedrukte test-knop zal de groene led elke seconde knipperen...
Pagina 36
Memory-mode (geheugenmodus) Status Handeling Rode led Geluid (alarm) 0-24u elke 48 sec elke >24u + Test-knop indrukken en 8 sec ingedrukt houden Om het geheugen Klinkt totdat de Houd de test-knop >20s ingedrukt te wissen test-knop wordt losgelaten Het alarmgeheugen is een belangrijke functie en waarschuwt de eigenaar van de woning dat de melder eerder een brand heeft gedetecteerd en in alarmtoestand is geweest terwijl niemand in de woning was.
Pagina 37
Storingsmodi en geheugenindicator Wat u hoort/ziet Wat dit Wat te doen Groene led Gele led Rode led Piept betekent (voeding) (storing) (alarm) elke 230V-voeding 230V-voeding uit 48 sec weer aansluiten 230V-voeding uit, elke 230V-voeding back-up batterij weer aansluiten 48 sec bijna leeg elke Back-up batterij...
De melder kan diens status en geschiedenis communiceren via verschillende led-knippersignalen en piepjes. Een uitgebreider rapport van alle dergelijke gebeurtenissen is echter beschikbaar d.m.v. de AudioLINK-download via de app. Storing back-up batterij bijna leeg Als de reservebatterij leeg is, wordt een korte piep afgegeven en knippert de gele led foutindicator elke 48 seconden.
Koppel eerst de netvoeding los en vervang de melder - zie deel ‘Melder verwijderen’. Maximale stofcompensatie (alleen Ei3016 en Ei3024) De melder bewaakt de ophoping van stof in de optische rookkamer en compenseert deze, waardoor de kans op vals alarm wordt verlaagd.
Beperkingen van brandmelders Multi-sensor brand-, rook-, hittemelders kunnen een aanzienlijke bijdrage leveren om het gevaar voor overlijden door brand te verlagen. Onafhankelijke autoriteiten hebben echter aangegeven dat deze systemen ondoeltreffend kunnen zijn in enkele brandsituaties. Daarvoor zijn er een aantal redenen: - De melders werken niet als de netvoeding uitgeschakeld of losgekoppeld is en de back-up batterij leeg is.
Pagina 42
Als een brandbeveiligingssysteem is geïnstalleerd, moeten de fundamentele voorzorgsmaatregelen altijd worden getroffen, waaronder die hieronder: • Lees alle aanwijzingen door. • WAARSCHUWING: Ervaring leert dat kinderen niet worden gewekt door het geluid van rookmelders. Het is belangrijk dat kinderen nooit alleen in een huis worden achtergelaten. Huishoudens moeten een noodplan hebben voor het geval er brand uitbreekt en dit oefenen, zodat iedereen weet hoe men moet vluchten bij brand.
7.1 Uw melder laten onderhouden Als uw melder niet werkt nadat u zorgvuldig alle aanwijzingen hebt doorgelezen en dit in de garantieperiode valt, moet gecontroleerd worden of de melder correct is geïnstalleerd en 230V-voeding ontvangt. Neem daarna contact met ons op. Als geadviseerd wordt om uw melder te retourneren, moet u ervoor zorgen dat de melder in een doos met vulling wordt geplaatst en dat de melder niet op de montageplaat is gemonteerd (aangezien de melder kan piepen of een alarm kan afgeven als de Test/Hush-knop (test-/onderdrukkingsknop) wordt...
Pagina 45
Wanneer uiteindelijk na alle inspanningen geen resultaat kan worden bereikt en u kunt aanspraak maken op de productgarantie, dan kan contact gezocht worden met de importeur van Ei Electronics in Nederland (voor adres zie hieronder of kijk op www.eielectronics.nl). Vraag naar afdeling verkoop voor nadere instructies over verpakken, beschrijving defect/klacht, waar het product gekocht is, welke aankoopinformatie en voor het verstrekken van een retournummer.
Pagina 46
2797 Ei Electronics, Shannon, Co. Clare, Ireland DoP nr.18-0001 NEN-EN14604:2005 + AC:2008 Rookmelders: Ei3016, Ei3024 Brandveiligheid Nominale activeringsomstandigheden/- Geslaagd Trillingsweerstand Geslaagd gevoeligheid, reactievertraging (reactietijd) en prestaties tijdens een brand Geslaagd Operationele betrouwbaarheid Geslaagd Vochtigheidsweerstand Geslaagd Geslaagd Tolerantie voor spanningstoevoer Corrosieweerstand...
Pagina 47
KM522831 KM83678 NEN-EN14604:2005+AC 2008 BS5446-2:2003...