Inhoudsopgave
Advertenties
Diagnose spuitpatroon
Probleem
Het spuitpatroon is ongelijkmatig:
Spuitpatroon vertoont sporen:
Het spuitpatroon druipt of zakt:
Het spuitpatroon is te smal:
3A4707A
Oorzaak
De gebruiker beweegt te snel
tijdens het spuiten.
De spuittip is verstopt.
Het materiaal is moeilijk te
verstuiven.
De uitlaatventielen zijn vuil of
versleten.
De pomp is aan het einde van
de levensduur.
De snelheid is te laag
ingesteld.
Mogelijk moet het materiaal
worden verdund.
Onjuiste spuittip voor de
applicatie van het materiaal.
Het materiaal is niet geschikt
voor het spuitapparaat.
De spuittip is versleten of
beschadigd.
De bediener beweegt te
langzaam tijdens het spuiten.
Het spuitapparaat bevindt
zich te dicht bij het oppervlak.
Houd de trekker ingedrukt
terwijl u de spuitrichting
verandert.
De snelheid is te hoog
ingesteld.
De spuittip is versleten of
beschadigd.
Het spuitapparaat bevindt
zich te dicht bij het oppervlak.
Onjuiste spuittip voor de
applicatie van het materiaal.
De spuittip is versleten of
beschadigd.
Problemen oplossen
Oplossing
Trage bewegingssnelheid.
Ontstop of reinig de spuittip,
zie De stip ontstoppen, pagina 18.
Verhoog de snelheid totdat het
gewenste patroon wordt
gerealiseerd.
Houd het spuitapparaat verder
van het oppervlak.
Ga over op een andere spuittip. Zie
Keuze van tip en druk, pagina 16.
Verwijder twee pomppluggen
en het voorventiel om de drie
uitlaatventielen toegankelijk te
maken. Reinig de uitlaatventielen,
zie Uitlaatventielen reinigen,
pagina 29. Zo nodig vervangen.
Vervang de complete pomp.
Verhoog de druk totdat het
gewenste patroon wordt
gerealiseerd.
Verdun het materiaal conform de
aanbevelingen van de verffabrikant.
Installeer een ander formaat
spuittip. Zie Keuze van tip en druk,
pagina 16.
Schakel over op een ander
materiaal.
Vervang de spuittip. Zie Installatie
van de spuittip, pagina 25.
Beweeg het spuitapparaat sneller
tijdens het spuiten.
Houd het spuitapparaat minstens
30 cm (12 inch) van oppervlak.
Houd de trekker ingedrukt wanneer
u van richting verandert.
Verlaag de druk totdat het gewenste
patroon wordt gerealiseerd.
Vervang de spuittip. Zie Installatie
van de spuittip, pagina 25.
Houd het spuitapparaat minstens
30 cm (12 inch) van oppervlak.
Installeer een ander formaat
spuittip. Zie Keuze van tip en druk,
pagina 16.
Vervang de spuittip. Zie Installatie
van de spuittip, pagina 25.
35
Advertenties
Inhoudsopgave
