Opstarten
7.
Steek de stekker van uw spuitapparaat
in het stopcontact.
8.
Draai de knop voor 'pomp vullen/spuiten'
naar de stand 'pomp vullen'. Om het
spuitapparaat te vullen met vloeistof,
richt u het in een afvalbak en knijpt
u de trekker 3 tot 10 seconden in.
ti29724a
9.
Tijdens het vullen van de pomp kan lucht
uit de pomp in de FlexLiner gekomen
zijn. Herhaal de stappen 4 – 6 om zeker
te weten dat alle lucht is verwijderd.
10. Draai de knop voor 'pomp vullen/spuiten'
verder naar de spuitstand.
11. Controleer of de spuittip in de spuitstand
staat.
SPUITEN
SPRAY
12. U bent nu klaar om te spuiten.
OPMERKING: Voor de beste resultaten: om
de FlexLiner van alle materiaal te ontdoen
wanneer het materiaal bijna op is, knijpt u
zachtjes onder aan de FlexLiner om het
laatste materiaal eruit te duwen.
14
ti29739a
ONTSTOPPEN
UNCLOG
Volg de onderstaande stappen als het
spuiten niet lukt:
•
Zorg dat er slechts één FlexLiner
in de bekersteun aanwezig is.
De mogelijkheid bestaat dat twee
FlexLiners dicht tegen elkaar gedrukt
zijn, zodat het lijkt of het er slechts één is.
•
Controleer of het bekerdeksel goed in de
bekersteun is geschroefd. Als er na het
aandraaien nog schroefdraad zichtbaar
is onder het bekerdeksel, is het deksel
verkeerd geplaatst. Haal het
bekerdeksel helemaal van de
bekersteun af en plaats het opnieuw,
zodat er na het aandraaien geen
schroefdraad meer te zien is.
•
Herhaal de stappen 2 – 6 op pagina 13
om alle lucht uit de FlexLiner te
verwijderen.
•
Zorg dat de knop 'pomp vullen/spuiten'
in de spuitstand staat.
•
Als het spuitapparaat nog steeds
niet spuit, raadpleeg Diagnose
spuitapparaat, pagina 32. Als er
materiaal uit het apparaat komt terwijl
het ondersteboven wordt gehouden,
zit er lucht in de beker. Herhaal de
bovenstaande stappen.
•
Vervang de VacuValve-dop. Bij
het spuitapparaat zijn twee nieuwe
VacuValve-doppen inbegrepen.
ti29741a
ti29739a
3A4707A