Systematiek voor het aan‐
draaien van zeskantschroeven
Temponox
DN
32–50
▶
Verwijder de opening van de gapende kant (a).
▶
In geval van twijfel de flenzen zonder afdichting proefdraaien door
de zeskantschroeven aan te draaien om een evenwijdigheid en een
dichtingsvlakafstand van ca. 10% van het nominale draaimoment te
verkrijgen.
▷
De opening is niet toelaatbaar als de flenspositie niet zonder
veel kracht kan worden bereikt.
De volgorde waarin de zeskantschroeven en moeren worden aange‐
n
draaid, heeft een aanzienlijke invloed op de krachtverdeling die op
de dichting werkt (oppervlaktedruk). Verkeerd aandraaien leidt tot
een grote spreiding van de voorspankrachten en kan ertoe leiden dat
de vereiste minimale oppervlaktedruk wordt onderschreden totdat
lekkage optreedt.
Na het aandraaien van de moer moeten minimaal twee, maar niet
n
meer dan vijf schroefdraden aan de uiteinden van de zeskant‐
schroeven zichtbaar blijven.
De zeskantschroeven met de hand voormonteren en daarbij op het
▶
volgende letten:
Monteer de zeskantschroeven zodanig dat alle zeskantbouten
n
zich aan één flenszijde bevinden.
Bij horizontaal geplaatste flenzen de zeskantschroeven van
n
bovenaf inbrengen.
Vervang trage zeskantschroeven door soepel draaiende
n
schroeven.
▶
Het gelijktijdige gebruik van verschillende aanhaalgereedschappen
is mogelijk.
Toelaatbare opening a-b [mm]
0,6
Gebruik
29