Systemen met een afwerkeenheid van het type FTM/DS5000 of een
standaardafwerkeenheid
X er o x N u v er a P a p ie r h an d l ei d in g
•
Plaats het papier in overeenstemming met de labels in de
invoerladen, met de tabs aan de achterrand.
•
Programmeer de invoerladen.
•
Programmeer de opdracht met N-1, met de beeldzijde
omhoog.
•
Als u afdrukt op tabbladen van 8,5 x 11 inch, moet u bij de
eigenschappen van de tabbladen opgeven dat het om
enkelzijdige speciale pagina's gaat. De beeldverschuiving
moet worden ingesteld op 0,5 inch.
•
Als u gebruikmaakt van voorbedrukte tabbladen, moet u deze
toevoegen als Invoegingen.
•
Als er in de opdracht wordt gebruikgemaakt van voorgeboorde
tabbladen en voorgeboorde vellen voor het hoofdgedeelte,
worden beide papiersoorten met de rand met gaatjes voor
geplaatst.
•
Het systeem veronderstelt dat tabbladen "portret -
rechterrand" of "landschap - onderrand" zijn. Als de opdracht
anders is, moet u mogelijk de hele opdracht 180 graden
draaien.
•
Als Opbouw-opdracht wordt gebruikt om de tabbladopdracht
te programmeren, selecteert u [Opbouw-opdrachttype:
Bevat tabbladen of enveloppen].
•
Tabbladen kunnen niet in de invoegmodule worden geplaatst.
•
Gebruik alleen oplopend gesorteerde tabbladen.
•
Plaats de tabbladen met het eerste tabblad van de set
bovenop. Bij tabbladen die uit een serie van 5 bestaan, moet u
deze in de volgorde 1, 2, 3, 4, 5 plaatsen, met tabblad 1
bovenop.
•
Plaats het papier in overeenstemming met de labels in de
invoerladen, met de tabs aan de achterrand.
•
Programmeer de invoerladen.
•
Programmeer de opdracht met N-1, met de beeldzijde omlaag.
•
Als u afdrukt op tabbladen van 8,5 x 11 inch, moet u bij de
eigenschappen van de tabbladen opgeven dat het om
enkelzijdige speciale pagina's gaat. De beeldverschuiving
moet worden ingesteld op 0,5 inch.
•
Als u gebruikmaakt van voorbedrukte tabbladen, moet u deze
toevoegen als Invoegingen.
A f d r uk k e n m et ta b bl a de n
B-5