05/02/09 14:21:11 39Z4F800_009
ONTLUCHTINGSSLANG
Inspectie
Controleer of de ontluchtingsslang
is vastgezet met de slanghouders
en de slang geen knikken of
indeukingen vertoont.
STATIONAIR TOERENTAL
Afstellen
1.
Start de motor buitenshuis en
laat warmdraaien tot de normale
bedrijfstemperatuur.
2.
Laat de motor stationair draaien
en draai de
gasklepaanslagschroef om het
standaard stationair toerental te
verkrijgen.
Standaard stationair toerental:
HOUDERS
ONTLUCHTINGSSLANG
AANSLAGSCHROEF VOOR HET
STATIONAIR TOERENTAL
1.500
±
150 min (omw/min)
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES
UW MOTOR STALLEN
Voorbereiding op stalling
Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije conditie te
houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende stappen voorkomt u
dat roest en corrosie de werking en de aanblik van uw motor verslechteren
en zal de motor de volgende keer weer gemakkelijk starten.
Reinigen
Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen
voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk
beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten licht in
met olie.
Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger,
kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen. Water
in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en water dat
zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
terechtkomen en schade veroorzaken.
Brandstof
Benzine zal tijdens stalling oxyderen en gaat dan kwalitatief achteruit. Met
slechte benzine zal de motor moeilijk starten en blijft er een harsaanslag
achter die het brandstofsysteem kan verstoppen. Als de kwaliteit van de
benzine in uw motor tijdens stalling achteruitgaat, is mogelijk extra
onderhoud nodig aan de carburateur of andere onderdelen van het
brandstofsysteem of moeten deze worden vervangen.
De periode dat benzine in uw brandstoftank en carburateur kan blijven
zonder dat dit nadelig is voor de werking, hangt af van factoren als de
benzinemix, de temperatuur in uw stallingruimte en of de brandstoftank
geheel of gedeeltelijk is gevuld. De lucht in een gedeeltelijk gevulde
brandstoftank versnelt de achteruitgang van de benzine. Bij een zeer hoge
stallingtemperatuur versnelt de achteruitgang van de benzine.
Brandstofproblemen kunnen dan al binnen een paar maanden optreden, of
zelfs eerder als de benzine waarmee uw benzinetank is gevuld niet nieuw
was.
Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking als
gevolg van een slechte stallingvoorbereiding, vallen niet onder de garantie
van de dealer (Distributor's Limited Warranty) .
U kunt de levensduur van brandstof in stalling verlengen door een
benzinestabilisator toe te voegen die speciaal daarvoor is samengesteld, of
u voorkomt problemen met brandstofkwaliteit door tevoren de
brandstoftank en de carburateur af te tappen.
Een benzinestabilisator toevoegen om benzinelevensduur te verlengen
Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank dan met
nieuwe benzine. Als u de tank alleen gedeeltelijk vult, zal de lucht in de tank
tijdens stalling de achteruitgang versnellen. Als u een benzinevat gebruikt
om bij te tanken, zorg dan dat deze altijd alleen nieuwe benzine bevat.
1.
Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
2.
Laat na toevoeging van een benzinestabilisator de motor gedurende tien
minuten in de buitenlucht draaien, zodat voor alle onbehandelde
benzine behandelde benzine in de plaats is gekomen.
3.
Zet de motor af.
NEDERLANDS
9