Inhoudsopgave
Advertenties
2. Voor
Voor gesloten
Voor
gesloten
gesloten pneumatisch
pneumatisch regelpaneel:
pneumatisch
a. Sluit de uitlaatfittingen van de pomp en slang
aan (niet meegeleverd).
OPMERKING: Controleer of alle
OPMERKING:
OPMERKING:
componenten het juiste formaat en de juiste
druk hebben om aan de systeemvereisten
te voldoen.
b. Zet de volgplaat met behulp van de
bedieningsschakelaar voor de rampositie
(Ram Position) omlaag in het vat totdat deze
contact maakt met het product in het vat.
c. Als het systeem is voorzien van een
opblaasbare afdichting en de ramplaat
ver genoeg in het vat is geplaatst om de
afdichting goed op te blazen, moet u deze nu
opblazen. Als de ramplaat niet ver genoeg in
het vat zit en de afdichting niet kan worden
opgeblazen, wacht totdat er voldoende
product is afgevoerd om het niveau van de
ramplaat in het vat te laten dalen en blaas
dan de afdichting op.
d. Zet de bedieningsschakelaar voor de
luchtmotor in de runstand. Let op of de pomp
begint te werken. Stel de luchtdruk van de
luchtmotor waar nodig af.
e. Zet de bedieningsschakelaar van de
rampositie (Ram Position) in de stand
omlaag. Let op of de ram omlaag gaat als er
product wordt afgevoerd. Stel de luchtdruk
van de ram waar nodig af.
f.
Wanneer u een opblaasbare afdichting
gebruikt, en deze is nog niet opgeblazen en
de ramplaat ver genoeg omlaag in het vat
staat, blaas de afdichting dan nu op.
g. Gebruik de drukinstellingen voor de
verschillende functies en pas de druk waar
nodig verder aan.
OPMERKING:
OPMERKING: Als de pomp bij gebruik
OPMERKING:
van zwaardere materialen niet goed wordt
voorgevuld, moet de luchtdruk naar de ram
worden verhoogd. Verlaag de luchtdruk als
het materiaal rond de opblaasbare afdichting
wordt geperst.
3A7086N
regelpaneel:
regelpaneel:
3. Bij
Bij een
Bij
een elektropneumatisch
een
elektropneumatisch regelpaneel:
elektropneumatisch
a. Sluit de uitlaatfittingen van de pomp en slang
aan (niet meegeleverd).
OPMERKING: Controleer of alle
OPMERKING:
OPMERKING:
componenten het juiste formaat en de juiste
druk hebben om aan de systeemvereisten
te voldoen.
b. Zorg dat de pomp op pauze is gezet. Stel de
luchtdruk voor ram omlaag in op 0,06 MPa
(10 psi, 0,6 bar).
c. Raak het pictogram voor de jogfunctie van
de ram aan en zet de ram omlaag totdat
deze net het product raakt.
d. Als de ramplaat in het vat zit, blaas de
afdichting op.
OPMERKING: Voorkom schade aan de
OPMERKING:
OPMERKING:
afdichting door de laagste afdichtingsdruk
te gebruiken waarbij de afdichting nog altijd
contact maakt met de binnenkant van het vat.
e. Start de pomp met laag toerental (schildpad)
totdat de pomp is voorgevuld. Pas waar
nodig de pompdruk aan.
f.
Druk op het pictogram Ram omlaag.
g. Gebruik de drukinstellingen voor de
verschillende functies en pas de druk waar
nodig verder aan.
OPMERKING: Als de pomp bij gebruik
OPMERKING:
OPMERKING:
van zwaardere materialen niet goed wordt
voorgevuld, moet de luchtdruk naar de ram
worden verhoogd. Verlaag de luchtdruk als
het materiaal rond de opblaasbare afdichting
wordt geperst.
Bediening
regelpaneel:
regelpaneel:
21
Advertenties
Inhoudsopgave
