Het volgende tekstgedeelte is bedoeld als basisgids voor het gebruik
van de zitvlindermachine en mag niet worden beschouwd als een
volledige betonafwerkingsgids. Het verdient ten zeerste de aanbeveling
dat alle (zowel ervaren als beginnende) operatoren " Slabs on Grade "
van het American Concrete Institute, Detroit Michigan lezen.
Gebruik uw zitvlindermachine NIET tot u dit tekstgedeelte volledig
hebt begrepen.
OPGEP
OPGEP
AST
AST
OPGEP
OPGEPAST
OPGEP
AST
AST
Het niet begrijpen van hoe de vlindermachine van modelreeks
STR36 moet worden gebruikt en bediend kan leiden tot zware
beschadiging van de machine of ernstige lichamelijke letsels.
Zie figuur 2 en 3 (pagina 20 en 21) voor de locatie van een
bedieningselement of controlelampje waarnaar in deze handleiding
wordt verwezen.
Motoroliepeil
Controleer het motoroliepeil ALTIJD VOOR ELK GEBRUIK.
1.
Trek de motoroliemeetstaaf (item 2, figuur 5) uit
de houder.
2.
Ga na of er weinig olie in de motor zit (figuur 5).
3.
Als de hoeveelheid motorolie onvoldoende is; verwijdert u de
olievuldop (item 1, figuur 5) en vult u de correcte hoeveelheid
motorolie bij tot de motorolie op een normaal, veilig niveau staat.
Gebruik olie die voldoet aan de aanbevelingen van tabel 3.
Figuur 5. Motoroliemeetstaaf
OPMERKING
MODELREEKS STR36 • ZITVLINDERMACHINE — HANDLEIDING — VERSIE 1 (15/03/06) — PAGINA 21
Om aanzienlijke slijtage of beschadiging
van de motor te voorkomen, moet de
olie in het carter altijd op het juiste peil
staan. Gebruik de motor nooit als het
oliepeil niet binnen de markeringen
op de meetstaaf staat (items 3 en 4 in
figuur 5).
MODELREEKS STR36 — INGEBRUIKNEMING
Tabel 3. Aanbevolen viscositeit
Oliepeil van drijfwerkkast
1.
Controleer het drijfwerkoliepeil in beide
drijfwerkkasten door de dop te verwijderen en
zich ervan te vergewissen dat het oliepeil correct
is. Zie figuur 6.
2.
Vul de drijfwerkkast tot het niveau van de vuldop
(figuur 6) met 2,041 l (69 oz.) STOW
drijfwerksmeermiddel, stuknummer 20111, ISO of
een gelijkwaardig product.
Figuur 6. Doppen voor drijfwerkkastolie/kijkglas
Brandstof
Ga na of er weinig brandstof in de motor zit (figuur 7). Als het
brandstofpeil laag is, verwijdert u de vuldop en vult u loodvrije
benzine bij.
GEVAAR
GEV
GEV
AAR
AAR
AAR
GEV
GEV
AAR
Ga op een veilige manier om met
brandstof. Motorbrandstoffen zijn uiterst
ontvlambaar en kunnen gevaarlijk zijn als er
niet juist mee wordt omgegaan. Rook NIET
terwijl u brandstof bijvult. Probeer de
zitvlindermachine NIET bij te vullen als de motor
warm is of draait. Probeer NOOIT de motor te
starten tot de brandstofresten zijn opgenomen en
oppervlakken rond de motor droog zijn.