Onderstaand vindt u een overzicht van storingen die kunnen optreden, de mogelijke oorzaak en de
oplossing.
Probleem
F.
Elektronica blijft vonken
terwijl de waakvlam brandt
G. Waakvlam brandt wel maar
magneetklep sluit na ca. 10
seconden of wanneer het toestel
heet wordt
H
Er zijn wel korte geluids-
signalen maar geen vonken en
er is geen geluid / getik hoorbaar
van de magneet die de klep opent
I. Waakvlam brandt maar er is
geen gasstroom naar de
hoofdbrander
J.
Hoofdbrander ontsteekt,
maar dooft na ca. 22 seconden
PROBLEEMOPLOSSING
Mogelijke oorzaak
1. Ontvanger beschadigd.
1. Thermokoppel functioneert niet.
2. Batterijen (bijna) leeg.
1. Batterijen (bijna) leeg.
1. Knop A in MAN stand.
2. Toestel op waakvlam stand.
3. Voordruk van het gas te laag.
4. Beschadigde magneetklep.
1. Losse bedrading thermokoppel.
2. Bedrading thermokoppel verkeerd
aangesloten.
3. Kortsluiting in bedrading van thermo-
koppel.
4. Draadbreuk in bedrading van thermo-
koppel.
5. Thermokoppel is vervuild.
6. Thermokoppel is niet goed in vlam
geplaatst
7. Thermokoppel is defect.
8. Ontvanger defect.
Oplossing
1. Vervang de ontvanger en bevestig de code
1.1 Meet de spanning, m.b.v. een digitale multi- meter
ingesteld op mV bereik, door de kabels aan te
sluiten op de kabelschoen. De kabelschoen bevindt zich
aan de
buitenkant, direct naast de magneetmoer aan de achter
kant van het gasregelblok;
De spanning moet binnen 20 seconden tenminste 5mV
zijn. Deze mag niet lager zijn wanneer het toestel warm is.
Is de spanning te laag, dan moet:
- het thermokoppel beter in de vlam geplaatst worden of
- het thermokoppel vervangen worden.
1.2 Controleer de grootte van de waakvlam.
Corrigeer een te kleine waakvlam.
1.3 Controleer de bedrading van het thermokop- pel naar
de ontvanger. Vervang zo nodig de bedrading.
2. Vervang de batterijen in de ontvanger.
1. Vervang de batterijen in de ontvanger.
1. Draai knop A op gasregelblok naar ON (afbeelding 1)
2. Verhoog de vlamhoogte door op de knop (grote vlam)
van de afstandsbediening te drukken.
3. Controleer voordruk.
Schakel zonodig het energiebedrijf in.
4. Beschadigde magneetklep.
1. Sluit de bedrading goed aan. (zoals afbeelding 2)
2. Sluit de bedrading goed aan. (zoals afbeelding 2)
3. Vervang de bedrading.
4. Vervang de bedrading.
5. Reinig het thermokoppel.
6. Plaats het thermokoppel goed in de vlam.
7. Controleer de spanning van thermokoppel net voor de
hoofdbrander uitgaat.
Is de spanning lager dan 1,8 mV, vervang dan
thermokoppel.
8. Controleer de spanning van thermokoppel net voor de
hoofdbrander uitgaat.
Is de spanning hoger dan 1,8 mV, vervang dan de
ontvanger.
36