INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR
Locatie afvoer bij wandmontage
Afmeting
Positie uiteinde
A*
Direct onder een opening, ventilatiesteen, openslaand raam enz.
B
Boven een opening, ventilatiesteen, openslaand raam enz.
C
Naast een opening, ventilatiesteen, openslaand raam enz.
D
Onder goten of afvoerpijpen
E
Onder dakranden
F
Onder balkons of daken van open garages
G
Vanaf een verticale afvoerpijp
H
Vanaf een binnen- of buitenhoek
I
Bovengronds dak- of balkonniveau
J
Vanaf een oppervlak tegenover het uiteinde
K
Vanaf een uiteinde tegenover het uiteinde
L
Vanuit een opening in de open garage (bijv. deur, raam in de woning)
M
Verticaal vanuit een uiteinde aan dezelfde wand
N
Horizontaal vanuit een uiteinde aan dezelfde wand
P
Vanaf een verticale structuur op het dak
Q
Boven het snijpunt met het dak
* Het uiteinde mag daarnaast niet dichter dan 300 mm bij een opening in het gebouw worden
geplaatst dat is aangebracht voor het plaatsen van een inbouwelement, zoals een raamkozijn.
12
Afstand (mm)
600
300
400
300
300
600
300
600
300
600
600
1200
1500
300
600
150