HET APPARAAT VEILIG GEBRUIKEN
WAARSCHUWING
Dit apparaat kan, hetzij alleen of in
combinatie met een versterker en
een hoofdtelefoon of luidsprekers,
geluidsniveaus produceren die kunnen
leiden tot blijvend gehoorverlies. Werk
nooit lange tijd achter elkaar op een hoog
of oncomfortabel volumeniveau. Wanneer
u een bepaalde mate van gehoorverlies of
een piep in de oren bemerkt, moet u het
apparaat direct uitzetten en een audioloog
consulteren.
Plaats geen recipiënten met vloeistoffen
op dit product. Zie erop toe dat er nooit
vreemde voorwerpen (zoals brandbare
voorwerpen, muntstukken, draden) of
vloeistoffen (zoals water of fruitsap) in het
product terechtkomen. Dat kan immers
kortsluitingen, defecten of andere storingen
veroorzaken.
Koppel onmiddellijk de USB-kabel los en
ga voor onderhoud naar uw handelaar, het
dichtstbijzijnde Roland Service Center of een
bevoegde Roland-verdeler, zoals vermeld op
het blad met de titel "Information", indien:
• objecten of vloeistof in het apparaat zijn
terechtgekomen;
• er rook of ongewone geuren uit het
toestel komen;
• het apparaat aan regen werd blootgesteld
(of op een andere manier nat is
geworden);
• het apparaat niet normaal lijkt te werken
of opmerkelijk anders functioneert.
Bij gezinnen met kleine kinderen dient
een volwassene toezicht te houden tot het
kind in staat is om alle regels te volgen die
essentieel zijn voor het veilige gebruik van
het apparaat.
Bescherm het apparaat tegen sterke
schokken.
(Laat het niet vallen!)
SPEEL een CD-ROM NIET AF op een
conventionele audio-cd-speler. Het
geproduceerde geluidsniveau is mogelijk
zo hoog dat het permanente gehoorschade
kan veroorzaken. Luidsprekers en andere
systeemonderdelen worden hierdoor
mogelijk beschadigd.
4
OPGELET
Zorg ervoor dat de snoeren en kabels niet in
de war raken. Plaats alle snoeren en kabels
ook buiten het bereik van kinderen.
Ga nooit op het apparaat staan en leg er
geen zware voorwerpen op.
Koppel alle snoeren los van externe
apparaten voordat u het apparaat verplaatst.
Schakel altijd de fantoomvoeding uit
als u om het even welk ander apparaat
dan een condensatormicrofoon, die
fantoomvoeding vereist, aansluit. Indien
u accidenteel fantoomvoeding toevoert
aan dynamische microfoons, audio-
weergavetoestellen, of andere apparaten
die geen dergelijke voeding nodig hebben,
kunnen deze beschadigd raken. Controleer
de specificaties van elke microfoon die u
wilt gebruiken in de daarbij meegeleverde
handleiding.
(De fantoomvoeding van dit instrument bedraagt 48 V
DC, 10 mA Max)