Geluidsinstellingen
Op basis van de richtlijnen van Microsoft voor software is op uw pc de audiotoestel-
driver USB-audioapparaat als standaardapparaat voor de audio-opname en -weergave
ingesteld. Dat is ook nodig, opdat u bijv. met de Windows Media Player naar muziek
op de handset kunt luisteren of met uw toestel via internet kunt telefoneren.
Mocht bijv. bij een computerspel de audioweergave/-opname op de pc plaatsvinden
(bijv. luidspreker/microfoon van de pc of aangesloten hoofdtelefoon), moet u de instel-
ling voor de toesteldriver wijzigen.
ì
Klik op Start > Instellingen > Configuratiescherm > Geluiden en audioapparaten
(Windows 2000) of Geluiden en Multimedia (Windows XP), en klik op het tabblad
Audio.
ì
Kies als standaardapparaat voor de weergave en opname de standaard geluidskaart-
driver van uw pc in plaats van USB-audioapparaat.
ì
Klik op OK om de instelling toe te passen.
Luidsprekers van de pc/headset parallel aan de handset gebruiken
U kunt de audiotoesteldriver in de meeste Windows-toepassingen ook specifiek instel-
len, onafhankelijk van de instelling in het configuratiescherm. Daarmee legt u specifiek
voor de toepassing vast, waarop de audio-opname en -weergave moet plaatsvinden (pc
of handset).
Als u de standaard geluidskaartdriver van uw pc hebt ingesteld, kunt u bijv. met een
handset via internet telefoneren en tegelijkertijd via de luidsprekers van de pc naar
muziek luisteren.
Let op het volgende: voor het-telefoneren via internet met Yahoo! Messenger with
Voice wordt de toesteldriver USB-audioapparaat (tijdelijk) automatisch ingesteld
zodra u met de handset telefoneert.
Software en stuurprogramma's installeren
17