Batterij met directe expansie (DX) koud / warm / omkeerbaar op afstand
X.4.
De aansturing van een batterij met directe expansie (DX) wordt beschreven in een aparte handleiding. Neem
hiervoor contact op met uw verdeler.
XI. ALGEMENE WERKING
Initialisatie van de thermische sequentie
XI.1.
De initialisatie van de opstartfase van de unit maakt het mogelijk om de unit op te starten op een werkingspunt dat zo
dicht mogelijk ligt bij het werkingspunt dat tijdens de werking zal worden herberekend. Zo kan elk ongemak of
onnodig energieverbruik vermeden worden.
De initialisatie van de thermische sequentie bij het opstarten is afhankelijk van de buitentemperatuur die wordt
gemeten wanneer de machine wordt opgestart:
Buitentemperatuur < +3°C
De unit start op met 100%* nood aan verwarming.
Zolang
het
signaal
toevoerventilator in rust is**, wordt de elektrische
verwarmingsbatterij BE niet geactiveerd.
*De uitgang voor de besturing van de 3-wegklep of van de elektrische verwarmingsbatterij zijn op 100% (10 V).
** ECO/DIVA: het contact van de drukschakelaar DEP S is open; LOBBY: het druksignaal ligt onder de minimale
drempelwaarde; MAC2/QUATTRO: het debietsignaal ligt onder de minimale drempelwaarde.
Opstartsequentie
XI.2.
De opstartsequentie wordt geactiveerd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
De unit staat op ON
-
En er zijn geen actieve alarmen van klasse A (alarmen die de unit stoppen), of het commando externe stop is
niet actief
-
En er is minstens één programma (verminderde snelheid of normale snelheid) actief, of er is een gedwongen
werking (normale snelheid of verminderde snelheid) actief, of de brandfunctie die is ingesteld om de unit te
starten is actief, of er is een aanvraag afkomstig van het gebouwbeheersysteem om de unit te laten draaien.
De opstartsequentie duurt in totaal 120s. Gedurende deze tijd zijn de alarmen uitgeschakeld (behalve het alarm THS
Oververhitting van de elektrische batterij (63), dat wel nog kan afgaan) en start de unit op op het werkingspunt
bepaald op het moment dat de thermische sequenties bij de opstart werden geïnitialiseerd. Het minimale
besturingssignaal van de ventilatoren is niet van toepassing.
De kleppenregisters voor verse lucht en afvoerlucht gaan open zodra de opstartsequentie wordt geactiveerd. Het
besturingssignaal van de afvoerluchtventilator wordt 15s na het activeren van de opstartsequentie vrijgegeven. 15s
later wordt het besturingssignaal voor de afvoerluchtventilator op zijn beurt vrijgegeven en start de
afvoerluchtventilator. De uitgangen voor het aansturen van de 3-wegkleppen en de verwarmings- of koelpompen
worden geactiveerd.
Na 120s (op het einde van de opstartsequentie) schakelt de unit over naar normale modus . Er wordt dan rekening
gehouden met het minimale en maximale besturingssignaal van de ventilatoren, en de alarmen kunnen opnieuw
afgaan.
Bij een stroomonderbreking start de unit automatisch opnieuw op zodra de stroomtoevoer is hersteld.
MS-CDF-023 - FABR. NR. : 225200→
Centrale dubbele flux met platenwisselaar
van
de
werking
SILVERTOP
Buitentemperatuur ≥ +3°C
De unit start op met maximale
van
de
energieterugwinning.
Update: eerste versie
Ind A
AIRVANCE
GROUP
27/55