10. Haal voorzichtig de spruitstukbouten (29) uit de
onderkant van de vloeistofdeksels (6), waarbij de
moeren (18) in positie blijven.
11. Breng het inlaatspuitstuk (10) in positie op de
pomp. Draai het spruitstuk zo dat de inlaatpoort
de juiste kant op wijst voor uw toepassing
(d.w.z. dezelfde kant, of juist de andere, als de
luchtuitlaatpoort).
12. Breng de spruitstukbevestigingen (12) in positie.
Plaats twee schotelveren (27), waarbij de veer
die het dichtste bij de moer zit met de ronde kant
naar de moer moet zitten, en de andere met de
ronde kant van de moer af; plaats daarna een
sluitring (26) op elke bout. Draai de bouten (29)
voorlopig handvast, en draai de pomp om.
13. Monteer de bovenste keerkleppen. Plaats de
zitting (21†) met de afgeschuinde kant omhoog,
de kogel (22†) en de uitlaatkogelkooi (19†).
14. Haal voorzichtig de spruitstukbouten (29) uit de
bovenkant van de vloeistofdeksels (6), waarbij
de moeren (18) in positie blijven.
15. Breng het uitlaatspruitstuk (8) in lijn met
de borgpennen aan de bovenkant van het
pomplichaam.
16. Breng de bevestigingen (11) van het spruitstuk in
positie. Plaats twee schotelveren (27), waarbij de
veer die het dichtste bij de moer zit met de ronde
kant naar de moer moet zitten, en de andere met
de ronde kant van de moer af; plaats daarna een
sluitring (26) op elke bout. Draai de bouten (29)
handvast.
17. Volg de
Aandraai-instructies, page
18. Plaats alle boutdoppen (37†) weer.
3A3542F
22.
Figure 1
Reparatie
21