Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie Van De Geconnecteerde Milieusensor - HOME PILOT 10771001 Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

i

Installatie van de Geconnecteerde milieusensor

Locatie / minimale hoogte
De Geconnecteerde milieusensor moet op een minimale hoogte van 2 meter worden
gemonteerd.
Kies een montagepositie bij het gebouw waar wind, regen en zon ongehinderd door
de sensoren gemeten kunnen worden. Er mogen geen constructiedelen boven de
Geconnecteerde milieusensor aangebracht zijn waarvan nog water op de neer-
slagsensor kan druppelen nadat de regen of sneeuw al opgehouden is. De Gecon-
necteerde milieusensor mag zich niet door het gebouw of door bijv. bomen in de
schaduw bevinden. Onder de Geconnecteerde milieusensor moet ten minste 60 cm
vrije ruimte zijn om de wind correct te kunnen meten en insneeuwen te voorkomen.
De Geconnecteerde milieusensor moet op een verticale muur (bijv. een mast)
aangebracht worden en in de dwarsrichting horizontaal worden gemonteerd.
Muur
of
mast
Montage van de houder
De Geconnecteerde milieusensor heeft een gecombineerde muur-/masthouder. De
houder is bij de levering met plakband aan de achterzijde van de behuizing beves-
tigd. Bevestig de houder verticaal aan de muur of mast.
Bij muurmontage:
vlakke zijde naar de muur, nok in
vorm van halve maan naar boven.
Horizontale lijn
Bij mastmontage:
golvende zijde naar de mast,
nok naar beneden.
Nok
NL
Nok
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave