Pagina 1
Geconnecteerde milieusensor Montage- en bedieningshandleiding Artikelnr. 10771001 De Geconnecteerde milieusensor is alleen in combinatie met een Geconnecteerde woningbox premi- um volledig bruikbaar. UM E104-3...
Inhoud Deze handleiding......................3 Gebruik van deze handleiding ..................3 Gevaarsymbolen ......................3 Gevaren en signaalwoorden..................3 Gebruikte weergave en symbolen ................4 Veiligheidsaanwijzingen....................5 Beoogd gebruik ......................6 Oneigenlijk gebruik .....................6 Functiebeschrijving .....................7 Belangrijke aanwijzingen voor de installatie en inbedrijfstelling .......10 Installatie van de Geconnecteerde milieusensor ............11 Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting ..........14 Elektrische aansluiting ....................15 Eindmontage van de Geconnecteerde milieusensor ..........16...
Deze handleiding... beschrijft hoe u bij de montage, de elektrische aansluiting en de bediening van de Geconnecteerde milieusensor te werk moet gaan. Gebruik van deze handleiding ◆ Lees deze handleiding nauwkeurig door voordat u met de werkzaamheden begint en neem alle veiligheidsaanwijzingen in acht. ◆...
Veiligheidsaanwijzingen Bij alle werkzaamheden aan elektrische systemen bestaat levensgevaar door elektrische schokken. ◆ Alleen een erkende elektricien mag het toestel installeren, testen, in gebruik stellen en storingen verhelpen. ◆ Voer alle montage- en aansluitingswerkzaamheden in spanningsloze toestand uit. ◆ Let op de veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot elektrische aansluitingen op pagina 14.
Beoogd gebruik Gebruik de Geconnecteerde milieusensor uitsluitend voor de besturing van Duo- Fern-eindapparaten binnen een DuoFern-netwerk. Gebruik de geïntegreerde actor uitsluitend voor de aansluiting van een buismotor of een knikarmschermmotor. Gebruiksvoorwaarden ◆ Voor de elektrische aansluiting moet bij de montageplaats een 230 V / 50 Hz stroomaansluiting met geïnstalleerde zekering aanwezig zijn.
Functiebeschrijving De Geconnecteerde milieusensor registreert weerparameters en kan hierdoor de automatische besturing binnen een DuoFern-netwerk grotendeels overnemen. De volgende weerparameters worden gemeten: ◆ Buitentemperatuur (alleen in combinatie met Geconnecteerde woningbox premi- um bruikbaar!) ◆ Licht ◆ Windsnelheid ◆ Neerslag (regen) Vergelijkende tabel lichtwaarden Omgevingssituatie LIchtwaarden Heldere zomerdag 70 klux Bewolkte zomerdag 20 klux Schaduw in de zomer...
Functiebeschrijving Geïntegreerde buismotor-actor Verder beschikt de Geconnecteerde milieusensor over een geïntegreerde buismo- tor-actor. De Geconnecteerde milieusensor en de actor functioneren onafhankelijk van elkaar, de geïntegreerde actor kan dus ook als een externe actor worden ingesteld en gebruikt. De functies van de geïntegreerde buismotor-actor De configuratie van de Geconnecteerde milieusensor gebeurt met behulp van de HOMEPILOT-app.
Functiebeschrijving Andere belangrijke opmerkingen ◆ Opgeslagen instellingen blijven ook opgeslagen wanneer de stroom uitvalt. Na het herstellen van de stroomtoevoer zijn alle instellingen weer actief. ◆ Afhankelijk van de hoeveelheid regen en de buitentemperatuur kan het even duren voordat de Geconnecteerde milieusensor regen herkent. Radiocode Met behulp van de radiocode kunt u Geconnecteerde milieusensor met het Duo- Fern-netwerk verbinden.
Belangrijke aanwijzingen voor de installatie en inbedrijfstelling Vaste installatie De Geconnecteerde milieusensor mag alleen als vaste installatie gebruikt worden, dus alleen in ingebouwde toestand en nadat alle werkzaamheden voor de installatie en inbedrijfstelling afgesloten zijn en alleen in de daarvoor bedoelde omgeving. Gevaar voor kortsluiting bij installatie in de regen Open de Geconnecteerde milieusensor niet wanneer water (regen) kan binnendrin- gen omdat de elektronica al door enkele druppels kan worden beschadigd.
Installatie van de Geconnecteerde milieusensor Locatie / minimale hoogte De Geconnecteerde milieusensor moet op een minimale hoogte van 2 meter worden gemonteerd. Kies een montagepositie bij het gebouw waar wind, regen en zon ongehinderd door de sensoren gemeten kunnen worden. Er mogen geen constructiedelen boven de Geconnecteerde milieusensor aangebracht zijn waarvan nog water op de neer- slagsensor kan druppelen nadat de regen of sneeuw al opgehouden is.
Installatie van de Geconnecteerde milieusensor Voorbereiding van de Geconnecteerde milieusensor 1) Deksel met regensensor 2) Dekselvergren- deling 3) Bedradings- plaat 4) Onderste deel van behuizing Deksel ontgrendelen en naar boven verwijderen Het deksel van de Geconnecteerde milieusensor met de regensensor is aan de onderste rand rechts en links vergrendeld (zie afbeelding). Verwijder het deksel van de Gecon- necteerde milieusensor.
Pagina 13
Installatie van de Geconnecteerde milieusensor Legenda Kabelverbinding naar regensensor in het deksel van de behuizing 2) Aansluitingen aandrijving (veerklem, / N / Omhoog / Omlaag), geschikt voor massieve draad tot 1,5 mm² of fijne draad Opening voor een motorkabel 4) Aansluitingen stroomverzorging (230 V/50 Hz, veerklem, L1 / N / geschikt voor massieve draad tot 1,5 mm² of fijne draad Opening voor de aansluitingskabel van de stroomverzorging Antenne Zwakstroomzekering 6,3 A Reset-toets LET OP! Bij de aansluiting van de kabels mag de bedradingsplaat niet uit de houder worden...
Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting Bij het aanraken van elektrische componenten bestaat levensgevaar door elektrische schokken. ◆ De elektrische aansluiting en alle werkzaamheden aan elektrische systemen mogen uitsluitend door een erkende elektricien en overeenkomstig de aansluitingsaanwijzingen in deze handleiding worden uitgevoerd. ◆...
Elektrische aansluiting Aansluitingsschema voor de aansluiting van buismotoren. Lees voor de aansluiting ook de bedieningshandleiding van de betreffende buismotor. LET OP! Bij de aansluiting van HOMEPILOT buismotoren met mechanische eindpositie-instelling of van buismotoren van andere fabrikanten moet altijd eerst op de bedradingsplaat van de Geconnec- teerde milieusensor een schakelbrug worden uitgebroken.
Elektrische aansluiting Aansluiting van de spanningsvoorziening en de aandrijving Bij het gebruik van een buismotor moet een geschikte scheidingsinrichting als onderdeel van de elektrische installatie van het gebouw beschikbaar zijn. Geleid telkens de kabel voor de spanningsvoorziening en de aandrijving door de rubberen afdichtingen naar de onderzijde van de Geconnecteerde milieusensor en sluit de spanning (L1 / N / ) en de aandrijving (...
Inbedrijfstelling Na de bekabeling van de installatie en de controle van alle aansluitingen gaat u als volgt te werk: Schakel de netspanning van de Geconnecteerde milieusensor in. Open de HOMEPILOT App Verbind de Geconnecteerde milieusensor met uw Geconnecteerde woningbox pre- mium met behulp van de radiocode.
De Geconnecteerde milieusensor op de fabrieksinstellingen terugzet- Belangrijke aanwijzingen voor servicepersoneel en monteurs Indien nodig kan de Geconnecteerde milieusensor ook op de fabrieksinstellingen terug- gezet worden (reset). Hiervoor moet het deksel van de behuizing van de Geconnect- eerdemilieusensor voorzichtig worden geopend tijdens het bedrijf. Op de afbeelding ziet u waar de insteltoets zich bevindt. GEVAAR! Levensgevaar door aanraking van onder stroom staande onderdelen.
Service / onderhoud De Geconnecteerde milieusensor moet regelmatig, tweemaal per jaar, op vuil ge- controleerd worden en indien nodig schoongemaakt. Bij sterke verontreiniging kan bij de windsensor een storing optreden, de regensensor continu alarm geven of kan er geen zon meer herkend worden. Wanneer de stroom uitvalt, worden de door u ingevoerde gegevens voor ca.
Technische gegevens van de Geconnecteerde milieusensor Bedrijfsspanning: ∼ 230 V / 50 Hz Omgevingstemperatuur: -30 °C tot +60 °C Veiligheidsklasse: IP44 Uitgang: belastbaar tot max. 1000 W, beveiligd met een zwakstroomzekering T 6,3 A Afmetingen: ca. B = 96 mm, H = 77 mm, D = 118 mm Verwarming regensensor: ca. 1,2 watt Meetbereik temperatuursensor: -30 °C tot +60 °C Afwijking temperatuursensor:...