i
20. De motorsnelheid voor automatische functies instellen
Indien gewenst (bijv. om lawaai te reduceren) kan de
maximale motorsnelheid voor terugkerende automa-
tische functies worden ingesteld.
De zich herhalende automatische commando's worden
met de ingestelde motorsnelheid uitgevoerd.
Handmatige schuifcommando's en de eerste automa-
tische loop na handmatige bediening worden altijd met
de maximale motorsnelheid uitgevoerd.
1.
+
+
2.
3.
/
=
=
34
Druk de toetsen tegelijk in en
houd ze 4 seconden inge-
drukt.
Afhankelijk van de ingestelde
motorsnelheid brandt een
van de drie leds rood.
Stel de gewenste
snelheid in.
sneller
langzamer
Let op de leds
= lage snelheid
= gemiddelde snelheid
= maximale snelheid
Uittesten
4 sec.
4.
/
NL
Deze optie blijft slecht ca.
4 seconden actief.
Test de ingestelde snelheid
en het geluidsvolume.