Gerelateerde Handleidingen voor HOME PILOT 11771001
Samenvatting van Inhoud voor HOME PILOT 11771001
- Pagina 1 Geconnecteerd bewegingsmelder Handleiding voor de elektrische aansluiting en inbedrijfstelling Artikelnr. 11771001 UM D112-3...
-
Pagina 2: Inhoudsopgave
Inhoud Deze handleiding...............4 1.1 Gebruik van deze handleiding .............4 Gevaarsymbolen ..............5 2.1 Gevaren en signaalwoorden ..............5 2.2 Gebruikte weergave en symbolen............6 Veiligheidsaanwijzingen ...........7 3.1 Beoogd gebruik ..................7 3.2 Oneigenlijk gebruik .................8 3.3 Vereiste deskundigheid van de installateur ........9 3.4 Vakbegrippen - Verklaring van begrippen ........10 Omvang van de levering .......... - Pagina 3 Inhoud De Geconnecteerd bewegingsmelder aansluiten ..36 9.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting ..36 9.2 Belangrijke aanwijzingen voor de elektrische aansluiting ..37 9.3 De elektrische aansluitingen uitvoeren ......... 38 9.4 Aansluitingsschema met lamp en pulsdrukker ......39 9.5 Aansluitingsschema met wisselschakelaar ........40 10.
-
Pagina 4: Deze Handleiding
1. Deze handleiding..beschrijft hoe u bij de montage, de elektrische aansluiting en de bediening van de Geconnecteerd bewegingsmelder te werk moet gaan. 1.1 Gebruik van deze handleiding Lees deze handleiding nauwkeurig door voordat u met de ‹ werkzaamheden begint en neem alle veiligheidsaanwijzingen in acht. -
Pagina 5: Gevaarsymbolen
2. Gevaarsymbolen In deze handleiding gebruiken wij de volgende symbolen: Levensgevaar door elektrische schok Gevaar / gevaarlijke situatie 2.1 Gevaren en signaalwoorden GEVAAR! Deze gevaren leiden tot ernstige verwondingen of de dood, indien ze niet vermeden worden. WAARSCHUWING! WAARSCHUWING! Deze gevaren kunnen tot ernstige verwondingen of de dood leiden, indien ze niet vermeden worden. -
Pagina 6: Gebruikte Weergave En Symbolen
2.2 Gebruikte weergave en symbolen Weergave Beschrijving Stappen Opsomming ‹ 1) of a) Lijsten Meer nuttige informatie Lees de bijbehorende handleiding. Het controlelampje knippert rood. Het controlelampje knippert groen. Het controlelampje brandt rood. Het controlelampje brandt groen. Het controlelampje is uit. -
Pagina 7: Veiligheidsaanwijzingen
3. Veiligheidsaanwijzingen Het gebruik van defecte apparaten kan leiden tot gevaar voor personen en materiële schade (elektrische schok/ kortsluiting). Gebruik nooit defecte of beschadigde apparaten. ‹ Controleer of de Geconnecteerd bewegingsmelder niet ‹ beschadigd is. Neem contact op met onze serviceafdeling indien ‹... -
Pagina 8: Oneigenlijk Gebruik
3.1 Beoogd gebruik De installatie en het gebruik van draadloze besturingssys- ‹ temen zijn alleen toegelaten voor installaties en apparaten waarbij een storing van de zender of de ontvanger geen gevaarlijke situaties kan teweegbrengen voor personen of zaken resp. waarbij dit gevaar door andere veiligheidsinstal- laties wordt voorkomen. -
Pagina 9: Vereiste Deskundigheid Van De Installateur
3.2 Oneigenlijk gebruik Bij het gebruik van de Geconnecteerd bewegingsmelder buiten of in vochtige ruimtes bestaat levensgevaar door kortsluiting en elektrische schok. Monteer en gebruik de Geconnecteerd bewegingsmelder niet ‹ buiten of in vochtige ruimtes. 3.3 Vereiste deskundigheid van de installateur De elektrische aansluiting, montage en inbedrijfstelling van de Geconnecteerd bewegingsmelder mag uitsluitend door een erkende elektricien en overeenkomstig de instructies in deze... -
Pagina 10: Vakbegrippen - Verklaring Van Begrippen
3.4 Vakbegrippen - Verklaring van begrippen DuoFern HOMEPILOT radiografische techniek voor de besturing van ‹ compatibele producten. Geconnecteerde woningbox premium De Geconnecteerde woningbox premium is een centrale ‹ besturingseenheid voor HOMEPILOT radiografische producten. Extra Low Voltage = extra lage spanning ‹... -
Pagina 11: Omvang Van De Levering
4. Omvang van de levering Omvang van de levering a) 1 x bedieningselement (50 x 50 mm) b) 1 x afdekraam c) 1 x installatiebehuizing d) 1 x handleiding... -
Pagina 12: Overzicht Van Het Bedieningselement
5. Overzicht van het bedieningselement Pos. Symbool Beschrijving Sensorveld met bewegingssensor, controlelampje en lens. Toets automatische functies [A] AUTO Automatisch bedrijf inschakelen ‹ (bewegingssensor activeren). De gevoeligheid controleren 4 seconden ‹ en instellen. * indrukken Aan/uit-toets De aangesloten verbruiker in-/ ‹... -
Pagina 13: Overzicht Van De Installatiebehuizing
5.1 Overzicht van de installatiebehuizing Pos. Symbool Beschrijving Stekkerverbinding voor het bedieningselement Bevestigingsklemmen en -schroeven Aansluitklemmen Typeplaatje... -
Pagina 14: De Elektrische Aansluitingen
5.2 De elektrische aansluitingen Pos. Symbool Beschrijving Besturingsuitgang [ L‘ ] 230 V / 50 Hz L‘ N L L Ext. Aansluiting van de elektrische verbruiker Extra aansluitklemmen [ L / N ] L‘ N L L Ext. Extra interne bedrading van de elektrische verbruiker resp. -
Pagina 15: De Controlelampjes
5.3 De controlelampjes Doorzichtige weergave van het sensorveld ter illustratie. Pos. Symbool Beschrijving Controlelampjes 1 t/m 5 - rood Statusweergave en instelparameters door enkele of alle leds. rood Lopend Leerfase tijdens de lampje inbedrijfstelling. Brandt Statusweergave of weergave constant van de ingestelde waarde. Alle 5 leds De overbelastingsbeveiliging knipperen... -
Pagina 16: Functies En Combinaties Van Toetsen
5.4 Functies en combinaties van toetsen Functie Toets / toetscombinatie 1 x kort drukken De verbruiker in- of uitschakelen Led-weergave bij actief automatisch bedrijf Led-weergave bij actief handmatig bedrijf 1 x kort drukken AUTO Automatisch bedrijf inschakelen 1 x kort drukken MANU Handmatig bedrijf inschakelen Instellingen... - Pagina 17 5.4 Functies en combinaties van toetsen Functie Toets / toetscombinatie herhaal- De maximale lichtsterkte verlagen 4 sec. delijk kort AUTO drukken De actuele lichtsterkte als 8 sec. grenswaarde overnemen De ingestelde nalooptijd 4 sec. MANU weergeven herhaal- De nalooptijd verkorten 4 sec.
-
Pagina 18: Productbeschrijving
6. Productbeschrijving De Geconnecteerd bewegingsmelder is bedoeld voor de besturing van elektrische verbruikers en voor het oproepen van scenario's. Het werkingsprincipe Zodra de ingebouwde sensor een beweging in zijn registratie- bereik detecteert, wordt de aangesloten verbruiker (bijv. licht, ventilatie/verwarming of airconditioning enz.) ingeschakeld en na een instelbare nalooptijd weer uitgeschakeld. -
Pagina 19: Compatibele Schakelaarprogramma's
6.1 Compatibele schakelaarprogramma's Met het bijgevoegde afdekraam kan Geconnecteerd bewe- gingsmelder in de gangbare schakelaarprogramma’s worden ingebouwd. Passende schakelaarprogramma's vindt u in de volgende tabel. Producent Schakelaarprogramma BERKER Arsys / K1 / S1 Busch-Duro 2000 Si / Reflex Si / alpha BUSCH-JAEGER exclusive / alpha nea / solo / impuls Standard-systeem / S-Color-systeem /... -
Pagina 20: Overzicht Van De Functies
6.2 Overzicht van de functies Ingebouwd DuoFern radiografisch systeem ‹ Stand-alonebedrijf: ‹ Enkelvoudige toepassing (in-/uitschakelen van een elektrische verbruiker) Extra besturing van Geconnecteerde verlichtingsont- vanger-apparaten mogelijk Aanmelding en gelijktijdige besturing op Geconnecteerde woningbox premium mogelijk Gecombineerd bedrijf: ‹ Eenvoudige combinatie van meerdere bewegings- melders via DuoFern radiografisch systeem Extra besturing van Geconnecteerde verlichtingsont- vanger-apparaten mogelijk... -
Pagina 21: Functies En Toepassingsvoorbeelden
6.3 Functies en toepassingsvoorbeelden Toepassingsschets - Stand-alonebedrijf Stand-alonebedrijf In stand-alonebedrijf kan een elektrische verbruiker (bijv. een lamp) direct op Geconnecteerd bewegingsmelder aangesloten worden (zie pagina 39) en hiermee in- en uitgeschakeld worden. Stand-alonebedrijf met Geconnecteerde verlichtingsont- vanger-apparaten Verder kunnen er meerdere Geconnecteerde verlichtings- ontvanger-apparaten op de bewegingsmelder aangemeld en hiermee aangestuurd worden, zie pagina 51, Aan- en afmelden van DuoFern-apparaten. - Pagina 22 6.3 Functies en toepassingsvoorbeelden Toepassingsschets - Stand-alonebedrijf met meerdere Geconnecteerde verlichtingsontvanger-apparaten: Gangverlichting Plafondlamp Wandlamp STATUS Schaltaktor smart 1-Kanal Staande lamp Toepassingsvoorbeeld: Geconnecteerd bewegingsmelder met meerdere Geconnecteerde verlichtingsontvanger-apparaten: Gangverlichting Bij de bewegingsmelder zijn meerdere Geconnecteerde verlichtingsontvanger-apparaten aangemeld. Hierop is de gangverlichting aangesloten. Zodra de bewegingsmelder een beweging detecteert, wordt de aangesloten verbruiker ingeschakeld, gelijktijdig met alle aange- melde Geconnecteerde verlichtingsontvanger-apparaten.
- Pagina 23 6.3 Functies en toepassingsvoorbeelden Toepassingsschets - Trappenhuisverlichting in gecombineerd bedrijf 2e verdieping 1e verdieping Begane grond Gecombineerd bedrijf In het gecombineerd bedrijf kunnen meerdere Geconnecteerd bewegingsmelder per DuoFern met elkaar verbonden worden. Verder kunnen Geconnecteerde verlichtingsontvanger-apparaten ook op de afzonderlijke bewegingsmelders aangemeld en door deze gestuurd worden, zie pagina 51, Aan- en afmelden van DuoFern-apparaten.
- Pagina 24 6.3 Functies en toepassingsvoorbeelden Aanwijzingen voor de aanmelding en de nalooptijd in gecombineerd bedrijf Alle Geconnecteerd bewegingsmelder moeten met elkaar verbonden zijn. De ingestelde nalooptijd moet bij alle bewegings- melders identiek zijn. Wordt de nalooptijd van een bewegingsmelder ‹ gewijzigd, dan wordt dit automatisch overgenomen voor de andere bewegingsmelders.
-
Pagina 25: De Functie Overbelastingsbeveiliging
6.4 De functie overbelastingsbeveiliging De Geconnecteerd bewegingsmelder beschikt over een overbelas- tingsbeveiliging. Mocht de bewegingsmelder door overbelasting oververhit raken, dan schakelt de bewegingsmelder uit. Weergave van overbelasting Alle controlelampjes knipperen rood. Gedrag bij het activeren van de overbelastingsbeveiliging Is de overbelastingsbeveiliging geactiveerd, dan kan de aange- sloten verbruiker niet meer ingeschakeld worden. -
Pagina 26: Technische Gegevens
7. Technische gegevens Netaansluiting [ L / N ] Voedingsspanning 230 V / 50 Hz uit het net: Stroomverbruik: Stand-by: < 0,6 W Aansluiting [ L‘ en L / N ] Schakelspanning: 230 V / 50 Hz Maximaal ohmse belasting, schakelvermogen: bijv. - Pagina 27 7. Technische gegevens Aansluiting [ L‘ en L / N ] Maximaal capaciteitslasten zoals: schakelvermogen: elektronische transformatoren, AC/DC-omvormers bijv. voor laagspanningsgloeilampen zoals halogeenlampen, leds, etc. 6 A (µ) (type 1B) Besturingsingang [ Ext. ] voor een externe handschakelaar/ pulsdrukker ter plaatse Ingangsspanning: 230 V Maximale lengte...
- Pagina 28 7. Technische gegevens DuoFern radiografische techniek Zendfrequentie: 434,5 MHz Zendvermogen: max. 10 mW binnen: ca. 30 m* buiten: ca. 100 m Bereik: * afhankelijk van de bouwconstructie Maximaal aantal DuoFern-apparaten: Algemene gegevens Sensortype: PIR (passieve infraroodsensor) Toegestane omgevings- 0 °C tot +40 °C temperatuur: Veiligheidsklasse: II (alleen voor droge ruimtes)
- Pagina 29 7. Technische gegevens Instelbereik = 5 lux = 10 lux Maximale lichtsterkte: * in vijf standen instelbaar, = 50 lux zie pagina 46 = 200 lux = 700 lux** = 20 sec. = 1 min.** Nalooptijd: in vijf standen instelbaar, = 3 min.
-
Pagina 30: Detectiebereik En -Hoek
7.1 Detectiebereik en -hoek Detectiebereik Detectiehoek: ca. 170° Detectiebreedte: ca. 10 m 2 horizontale niveaus Detectieniveaus: (boven/beneden) bovenste niveau = 26 zones Detectiezones per niveau: onderste niveau = 32 zones Weergave van de detectiehoek 170°... -
Pagina 31: Detectieniveaus En Bereik
7.2 Detectieniveaus en bereik bovenste niveau Bereik onderste niveau Bereik Detectiehoek = 170°... -
Pagina 32: Fabrieksinstellingen
7.3 Fabrieksinstellingen Fabrieksinstellingen Automatisch bedrijf: Maximale lichtsterkte: 700 lux = Nalooptijd: 1 minuut = Gevoeligheid: Niveau 4 = DuoFern-deelnemer: geen... -
Pagina 33: De Juiste Plaats Voor Montage Kiezen
8. De juiste plaats voor montage kiezen Vermijd montage in de buurt van storende objecten Storende objecten die sterke temperatuurver- anderingen binnen het detectiebereik van de bewegingsmelder veroorzaken, kunnen onjuiste acties teweegbrengen. Monteer de Geconnecteerd bewegingsmelder ‹ niet in de buurt van de volgende storende objecten: Radiatoren, warmtestralers... - Pagina 34 8. De juiste plaats voor montage kiezen Belangrijke aanwijzingen voor de montage De Geconnecteerd bewegingsmelder is voorzien voor ‹ inbouwmontage. We raden montage in een diepe inbouw- contactdoos van 58 mm aan, of in een elektronicadoos. Monteer de Geconnecteerd bewegingsmelder voor een ‹...
- Pagina 35 8. De juiste plaats voor montage kiezen Een montageplaats met optimale detectie resp. bereik kiezen De Geconnecteerd bewegingsmelder registreert optimaal als iemand er schuin naar toe loopt. De gevoeligheid van de Geconnecteerd bewegingsmelder kan minder zijn als iemand er recht op af loopt. Houd hier rekening mee bij het kiezen van een montageplaats.
-
Pagina 36: De Geconnecteerd Bewegingsmelder Aansluiten
9. De Geconnecteerd bewegingsmelder aansluiten Vergelijk voor de elektrische aansluiting de aanwijzingen over spanning/frequentie op het typeplaatje met die van het lokale lichtnet. Lees alle informatie omtrent de elektrische aansluiting in de handleiding van de elektrische verbruiker. 9.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting GEVAAR! Bij het aanraken van elektrische componenten bestaat... -
Pagina 37: Belangrijke Aanwijzingen Voor De Elektrische Aansluiting
9.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de elektrische aansluiting WAARSCHUWING! WAARSCHUWING! Het gebruik van een verkeerde installatiebehuizing kan leiden tot gevaar voor personen en materiële schade (elektrische schok/kortsluiting). Gebruik bij de aansluiting en montage van de ‹ Geconnecteerd bewegingsmelder uitsluitend de meegele- verde installatiebehuizing. De installatiebehuizingen van andere HOMEPILOT ‹... -
Pagina 38: De Elektrische Aansluitingen Uitvoeren
9.3 De elektrische aansluitingen uitvoeren Schakel de netspanning uit en controleer of de toevoerleidingen spanningsvrij zijn. Leg alle aansluitleidingen veilig tot in de inbouwcontactdoos aan. Strip alle aders 6 mm en sluit deze overeenkomstig het aanslui- tingsschema aan. Monteer na de elektrische aansluiting de Geconnecteerd bewe- gingsmelder in de inbouwcontactdoos, zie pagina 41. -
Pagina 39: Aansluitingsschema Met Lamp En Pulsdrukker
9.4 Aansluitingsschema met lamp en pulsdrukker Lamp L‘ N L L Ext. externe schakelaar of pulsdrukker (optioneel) 230 V / 50 Hz De extra aansluitklemmen [ N ] en [ L ] zijn uitsluitend voor de bedrading van de aangesloten elektrische ver- bruiker resp. -
Pagina 40: Aansluitingsschema Met Wisselschakelaar
9.5 Aansluitingsschema met wisselschakelaar Lamp L‘ N L L Ext. 230 V / 50 Hz Wisselschakeling (kruisschakeling ook mogelijk) De extra aansluitklemmen [ N ] en [ L ] zijn uitsluitend voor de bedrading van de aangesloten elektrische ver- bruiker resp. voor een externe schakelaar/pulsdrukker bedoeld. -
Pagina 41: Montage Na De Elektrische Aansluiting
10. Montage na de elektrische aansluiting Zet de installatiebehuizing in de inbouwcontactdoos en zet deze met de schroeven van de bevestigingsklemmen vast. Plaats het afdekraam op de installatiebehuizing. Zet vervolgens het bedieningselement voorzichtig in de installatiebehuizing. Schakel de netspanning weer in. De Geconnecteerd bewegingsmelder start met de leerfase, zie volgende pagina. -
Pagina 42: Belangrijke Aanwijzingen Voor Inbedrijfstelling
11. Belangrijke aanwijzingen voor inbedrijfstelling Na het inschakelen van de stroom begint de leerfase van de Geconnecteerd bewegingsmelder. Deze leerfase duurt ca. 45 seconden en is aan het lopende controlelampje te herkennen. Lopend lampje tijdens de leerfase van 45 seconden Na voltooiing van de leerfase wordt de elektrische verbruiker kort in-/uitgeschakeld en dan is de bewegingsmelder klaar voor gebruik. -
Pagina 43: Bedrijfsmodus Kiezen
12. Bedrijfsmodus kiezen De Geconnecteerd bewegingsmelder heeft twee bedrijfsmodi: ‘Automatisch bedrijf’ en ‘Handmatig bedrijf’ . Indien gewenst kunt u op ieder moment een andere bedrijfsmodus activeren. Weergave van de actieve bedrijfsmodus: De actieve bedrijfsmodus wordt altijd bij handmatig in-/uitschakelen van de aangesloten verbruikers weergegeven, zie pagina 44. -
Pagina 44: Handmatige Bediening
13. Handmatige bediening De handmatige bediening van de Geconnecteerd bewegings- melder is mogelijk met de aan/uit-toets of met een op de besturingsingang [ Ext. ] aangesloten pulsdrukker of schakelaar. De verbruiker in- of uitschakelen Door kort drukken op de aan/uit-toets resp. door drukken op de externe pulsdrukker of schakelaar wordt de aangesloten verbruiker in- of uitgeschakeld. -
Pagina 45: Gevoeligheid Instellen
14. Gevoeligheid instellen De gevoeligheid van de Geconnecteerd bewegingsmelder kan op vijf standen worden ingesteld. Let tijdens het instellen op de controlelampjes: = minimale gevoeligheid = maximale gevoeligheid Weergave van de ingestelde gevoeligheid 4 sec. Druk op de toets en houd deze ca. 4 sec. AUTO ingedrukt. -
Pagina 46: De Maximale Lichtsterkte Instellen
15. De maximale lichtsterkte instellen Met de maximale lichtsterkte bepaalt u vanaf welke lichtsterkte de bewegingsmelder actief wordt. De instelling gebeurt in vijf stappen. Let tijdens het instellen op de controlelampjes: = 5 lux (weinig licht) = 10 lux = 50 lux = 200 lux = 700 lux (veel licht)* = Lichtsensor gedeactiveerd... - Pagina 47 15. De maximale lichtsterkte instellen De maximale lichtsterkte verhogen / verlagen 4 sec. Druk op de toets en houd deze ingedrukt. kort drukken Na ca. 4 seconden kunt u door MANU nogmaals kort drukken op de MANU-toets de maximale licht- sterkte verhogen.
- Pagina 48 15. De maximale lichtsterkte instellen Na ca. 8 sec. worden de controlelampjes uitgeschakeld en begint de meting van de lichtsterkte. De meting is voltooid zodra het middelste controlelampje groen knippert. Vervolgens wordt de gemeten licht- sterkte als nieuwe grenswaarde weergegeven.
-
Pagina 49: De Nalooptijd Instellen
16. De nalooptijd instellen Met de nalooptijd bepaalt u hoe lang de aangesloten verbruiker (bijv. de verlichting) ingeschakeld blijft. De instelling gebeurt in vijf stappen. Met de Geconnecteerde woningbox premium kan de nalooptijd traploos tussen 0,1 seconde (impulsbedrijf) en ca. 55 minuten ingesteld worden. Let tijdens het instellen op de controlelampjes: = 20 seconden = 1 minuut (fabrieksinstelling) - Pagina 50 16. De nalooptijd instellen De ingestelde nalooptijd weergeven 4 sec. Druk op de toets en houd deze ca. MANU 4 sec. ingedrukt. Na ca. 4 seconden wordt de inge- stelde nalooptijd weergegeven (voorbeeld). De nalooptijd verlengen / verkorten 4 sec. Druk op de toets en houd deze MANU ingedrukt.
-
Pagina 51: Aan-/Afmelden Van Duofern-Apparaten
17. Aan-/afmelden van DuoFern-apparaten Om de Geconnecteerd bewegingsmelder met andere DuoFern-apparaten te kunnen gebruiken, moet u elk gewenst DuoFern-apparaat (bijv. Geconnecteerde verlichtingsontvanger of Geconnecteerde woningbox premium) bij de Geconnecteerd bewegingsmelder aanmelden. Lees ook de handleiding van het betreffende DuoFern-apparaat. Maximaal aantal aanmeldingen U kunt maximum 20 DuoFern-apparaten bij een Geconnecteerd bewegingsmelder aanmelden. -
Pagina 52: Aanmelden Van Duofern-Apparaten
17.1 Aanmelden van DuoFern-apparaten Schakel het gewenste DuoFern-apparaat in de aanmeldmodus (zie de handleiding van het apparaat). 1 sec. Activeer de aanmeldmodus van de AUTO Geconnecteerd bewegingsmelder. Druk de toetsen tegelijk in en houd ze 1 seconde ingedrukt. 120 sec. De aanmeldmodus blijft ca. -
Pagina 53: Afmelden Van Duofern-Apparaten
17.2 Afmelden van DuoFern-apparaten Schakel het gewenste DuoFern-apparaat in de afmeldmodus (zie de handleiding van het apparaat). 1 sec. Activeer de afmeldmodus van de MANU Geconnecteerd bewegingsmelder. Druk de toetsen tegelijk in en houd ze 1 seconde ingedrukt. 120 sec. De afmeldmodus blijft ca. -
Pagina 54: Opruimen In Het Duofern-Netwerk
17.3 Opruimen in het DuoFern-netwerk Met deze functie kunt u alle DuoFern-apparaten die niet meer radiografisch bereikbaar zijn bij de Geconnecteerd bewegings- melder afmelden. DuoFern-zenders die op batterijen werken, kunnen echter niet met deze functie worden afgemeld. Om alle DuoFern-zenders af te melden of te wissen, moet een software -reset worden uitgevoerd, zie pagina 56. -
Pagina 55: Hardware-Reset Bij Een Defect Apparaat
18. Hardware-reset bij een defect apparaat Is een apparaat defect, dan raden we aan een hardware-reset uit te voeren. Bij een hardware-reset blijven alle instellingen behouden. Trek het bedieningselement voorzichtig uit de installatiebehuizing. Wacht ca. 5 seconden en zet vervolgens het bedieningselement weer voorzichtig in de installatiebehuizing. -
Pagina 56: Alle Instellingen Wissen, Software-Reset
19. Alle instellingen wissen, software-reset Voer een software-reset uit om Geconnecteerd bewegings- melder terug te zetten naar de fabrieksinstellingen. Druk de drie toetsen tegelijk in en houd AUTO MANU ze 4 seconden ingedrukt. Laat de toetsen los zodra de drie controle- lampjes continu rood branden. -
Pagina 57: Demontage
20. Demontage GEVAAR! Bij het aanraken van elektrische componenten bestaat levensgevaar door elektrische schokken. Maak de toevoerleiding met alle polen van het net los en ‹ beveilig deze tegen onbedoeld inschakelen. Controleer of het systeem geheel spanningsvrij is. Hiervoor moet u de DuoFern-besturing van het DuoFern- netwerk afmelden. -
Pagina 58: Vereenvoudigde Eu-Conformiteitsverklaring
21. Vereenvoudigde EU-conformiteitsverklaring Hiermee verklaart DELTA DORE RADEMACHER GmbH dat de Geconnecteerd bewegingsmelder voldoet aan de richtlijn 2014/53/EU (radioapparatuurrichtlijn). De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is verkrijg- baar op het volgende internetadres: www.homepilot-smarthome.com Garantievoorwaarden Informatie over de garantievoorwaarden is bij het product toegevoegd. - Pagina 60 DELTA DORE RADEMACHER GmbH Buschkamp 7 46414 Rhede (Duitsland)