i
3. Veiligheidsaanwijzingen
Het gebruik van defecte apparaten kan leiden tot gevaar
voor personen en materiële schade (elektrische schok/
kortsluiting).
Gebruik nooit defecte of beschadigde apparaten.
Controleer de Geconnecteerde kamerthermostaat op
beschadiging.
Neem contact op met onze servicedienst indien u beschadi-
gingen vaststelt.
Bij oneigenlijk gebruik bestaat verhoogd gevaar voor
verwondingen.
Instrueer alle relevante personen over het veilige gebruik
van de Geconnecteerde kamerthermostaat.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Trek het bedieningselement nooit van de installatiebe-
huizing tijdens het gebruik.
Gevaar van beschadiging door oververhitting of afkoeling
van de ruimte of de vloer.
Wordt het bedieningselement uit de installatiebehuizing getrok-
ken, dan blijft de relaisuitgang onveranderd. Regeling en evt.
begrenzingsfuncties worden niet meer uitgevoerd.
Zorgt u er voor het verwijderen van het bedieningselement
voor, dat een relaistoestand ingesteld is, die geen risico
veroorzaakt.
Schakel de eerder uitgeschakelde centrale verwarming of
airconditioning uit.
8
NL