4. Command (databeheer) – JV-90
Write (opslaan)
De bewerkte data kunnen zowel in het interne geheugen als op een RAM kaart worden opgesla-
gen. Vergeet niet de schrijfbescherming (Protect) uit te schakelen voordat u de data probeert op
te slaan.
Wanneer u bepaalde data in het interne geheugen probeert op te slaan, terwijl de schrijfbescher-
ming (Protect) ingeschakeld is, beeldt het display een melding af die u op dit feit attent maakt.
Vervolgens wordt echter de display-pagina opgeroepen waar u de schrijfbescherming kunt uit-
schakelen door op [DEC] te drukken.
Voor de RAM kaart (M-256E) geldt min of meer hetzelfde. In dit geval is er echter geen display-
pagina waar u de schrijfbescherming van de kaart kunt uitschakelen. Dit dient (uiteraard) op de
kaart zelf te gebeuren.
Wat u precies kunt opslaan (Performance, Patch, Rhythm Set) varieert naar gelang de mode waar-
in u op [WRITE] drukt. M.a.w. u kunt dus geen Patch opslaan wanneer u in de Performance mode
op [WRITE] drukt enz. Zie echter ook de opmerking onder Perform Write.
Perform Write
Hiermee slaat u de Performance data op die zich op dat moment in het tijdelijke geheugen bevin-
den.
Gebruik [INT/CARD A/B], [BANK], [NUMBER], [INC]/[DEC] of Parameter Slider 1 om het
geheugen te kiezen waar de data moeten worden opgeslagen.
De naam van de Performance die momenteel nog in dat geheugen zit, wordt tussen haakjes afge-
beeld.
Als u op bovenstaande display-pagina op [PATCH] drukt, dan roept u een mode op waarin u
zowel de Performance data alsook de geëdite Patch data kunt opslaan. Dit laatste geldt alleen
voor Patches die u vanuit de Performance mode geëdit hebt.
In voorkomend geval beeldt het display dan de volgende pagina af:
De lijntjes (---) betekenen dat de betreffende Patches niet geëdit zijn en dus ook niet opgeslagen
hoeven te worden. Voor de Patches waarvan het nummer wel in het display verschijnt moet u dan
het geheugen kiezen waar ze worden opgeslagen. Deze handige functie houdt verband met
Patches editen in de Performance mode op blz. 65 en kan ook worden gebruikt wanneer u beroep
doet op All Temp op blz. 88.
Patch Write
Hiermee slaat u de Patch data op die zich op dat moment in het tijdelijke geheugen bevinden.
82
from TEMP
PERFORM ;
to
WRITE
;
with these patches
PERFORM ;
A11
---
WRITE
;
from TEMP
PATCH
;
to
WRITE
;
UI16 ≤Milky Way≥
A13
---
I15
[Press ENTER/COMPARE]
UI11 ≤Crystal Vox≥
JV-90_3
[Press ENTER]
[Press ENTER]
C16
I17UI