3.4 [PITCH]
Crs
Kies hier de toonhoogte van de golfvorm. Wanneer u melodieën wilt spelen of eenzelfde geluid
in verschillende stemmingen nodig hebt, dient u ze aan verschillende toetsen toe te wijzen. Stem
ze vervolgens.
In theorie kunt u gelijk welke toonhoogte kiezen, maar in de praktijk heeft iedere golfvorm een
bovengrens. Vanaf een bepaalde noot verandert de toonhoogte dan ook niet meer. Dit is volledig
normaal.
Fin
Hiermee kunt u de De Tone fijnstemmen (in stappen van 1 cent).
Rnd
Deze parameter zorgt ervoor dat de toonhoogte voor elke gespeelde noot van de betreffende Tone
verschilt. De beschikbare waarden slaan op de variaties in cent. Hoe groter de waarde, hoe dui-
delijker de variaties. Met kleine variaties kunt u dus voor een "Human Feel" geluid (à la R8, R-70
enz.) zorgen.
Env
Hiermee bepaalt u de diepte en de maximale toonhoogteverandering van de envelope.
Vel
Met deze parameter bepaalt u de aanslaggevoeligheid van de Rhythm Tone.
V-Tm
+100
Zoals u weet, kan de snelheid (d.w.z. de T waarden) van de envelope in functie staan van de aan-
slag. Deze parameter slaat op de pitch envelope.
P-Env pagina
Op deze twee display-pagina's kunt u de envelope van de toonhoogte instellen. Deze envelope
ziet er qua parameternamen en beschikbare parameters hetzelfde uit als de TVA en TVF envelo-
pe. Hier slaan de L-waarden echter op de toonhoogte i.p.v. het volume ("L" staat eigenlijk voor
"Level"), en wel op de cent-waarde.
Het uiteindelijke toonhoogteverschil van de L waarden staat in functie van de voor Env gepro-
grammeerde waarde.
Met een negatieve Env waarde keert u de werking van de Pitch Envelope om.
Crs
Fin
•-C2
;
C4
0
PITCH
;
0, 5, 10, 20, 30, 40, 50, 70, 100, 200, 300, 400, 500, 600, 800, 1200)
-100, -70, -50, -40, -30, -20, -10, 0, +10, +20, +30, +40, +50, +70,
•-C2
;
T1
T2
5
20
P-Env
;
Rnd
Env
Vel
0
0
0
T3
T4
L1
30
80
+63
JV-90 – 3. Rhythm Edit mode
V-Tm
0
C-1~G9
-50~+50
-12~+12
-63~+63
L2
L3L4
-10
0+10
77