Setup-programma
> Tik op «Kleine letters» om kleine letters te gebruiken.
> Tik op «Cijfers en wiskundige tekens» om cijfers en wiskundige tekens te gebruiken.
> Tik op «Speciale tekens» om speciale tekens te gebruiken.
> Tik op het tekstveld boven het toetsenbord om de ingevoerde tekst volledig te verwijderen.
> Tik op «Wissen» om afzonderlijke fragmenten van de ingevoerde tekst te verwijderen.
> Tik op «Bevestigen».
3.3 Controlefuncties
Bovendraadcontrole instellen
> Tik op «Setup-programma».
> Tik op «Controlefuncties».
> Tik op de schakelaar om de bovendraadcontrole uit te schakelen.
> Tik opnieuw op de schakelaar om de bovendraadcontrole in te schakelen.
3.4 Geluid instellen
2
3
1
4
> Tik op «Setup-programma».
> Tik op «Signaalinstellingen».
> Tik op schakelaar (1) om alle geluiden in of uit te schakelen.
> Tik in gebied (2) op «Signalen in-/uitschakelen» om het geluid bij selectie van een borduurpatroon uit te
schakelen.
> Tik in gebied (2) op «1 – 4» om het geluid bij selectie van een borduurpatroon in te schakelen.
50