Figuur 27
1. Luchtfilterbehuizing
2. Voorfilter
3. Sluiting
4.
Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel
met perslucht.
5.
Schuif het filter voorzichtig uit de
luchtfilterbehuizing
Opmerking:
Zorg ervoor dat u niet met het
filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing
stoot.
6.
Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit
wilt vervangen.
Belangrijk:
Probeer het veiligheidsfilter
niet te reinigen. Als het veiligheidsfilter
vuil is, betekent dit dat het primaire filter is
beschadigd. Vervang beide filters.
Onderhoud van het voorfilter
Inspecteer het filterelement op beschadiging door een
felle lichtbron op de buitenkant van het filter te richten
en er doorheen te kijken.
Opmerking:
Gaten in het filter zien eruit als lichte
vlekken. Als het filter vuil, verbogen of beschadigd
is, moet u het vervangen. U mag het voorfilter niet
reinigen.
Onderhoud van het
veiligheidsfilter
U mag het veiligheidsfilter nooit reinigen; alleen
vervangen.
Belangrijk:
Probeer het veiligheidsfilter niet te
reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is, betekent
dit dat het primaire filter is beschadigd. Vervang
beide filters.
4. Luchtfilterdeksel
5. Veiligheidsfilter
(Figuur
27).
Filters monteren
Belangrijk:
U mag de motor nooit laten lopen
zonder dat beide luchtfilters en het deksel zijn
gemonteerd, omdat anders de motor schade kan
oplopen.
1.
Als u nieuwe filters monteert, moet u elk filter
controleren op transportschade.
Opmerking:
worden gebruikt.
2.
Als u het veiligheidsfilter vervangt, schuif het
dan voorzichtig in de filterbehuizing
3.
Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter
g001883
(Figuur
27).
Opmerking:
volledig op zijn plaats zit door op de buitenrand
te duwen tijdens de montage.
Belangrijk:
van het filter.
4.
Monteer het luchtfilterdeksel met de kant met
het opschrift up naar boven gericht en maak de
sluitingen vast
25
Een beschadigd filter mag niet
(Figuur
Zorg ervoor dat het voorfilter
Druk niet op het zachte midden
(Figuur
27).
27).