INSTRUCTIES VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD - ORIGINELE VERSIE
AVK HOGE DRUK 'DRY-BARREL' BRANDKRAAN
SERIE 27/00
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding
2. Opslag
3. Installatie en testen
3.1. Installatie
5. Reparatieprocedures bij aanrijding
6.1 Verlengsets
1. INLEIDING
De AVK serie 27/00 'dry-barrel' brandkraan is ontworpen voor een probleemloze werking en om eenvoudig in
onderhoud te zijn. Deze handleiding geeft u de nodige informatie om de brandkraan op de juiste manier te instal-
leren en te onderhouden en om een lange levensduur te garanderen.
Kenmerken van de AVK serie 27/00 'dry-barrel' brandkraan zijn een door EPDM ingekapselde hoofdafsluiter en
een roestvast stalen bovenste spindel. De serie 27/00 is geschikt voor een werkdruk van 17 bar, is UL-, ULC- en
FM-goedgekeurd en voldoet aan of overtreft de eisen van AWWA C502 - de norm voor 'dry-barrel' brandkranen
(indien van toepassing).
De brandkranen van AVK serie 27/00 en de hulpmiddelen ervoor zijn zo ontworpen dat één persoon alle in deze
handleiding beschreven reparaties en onderhoud kan uitvoeren.
2. OPSLAG
Brandkranen moeten schoon en droog blijven en de hoofdafsluiter moet worden gesloten totdat deze is geïnstal-
leerd om weergerelateerde schade te voorkomen. Voor langdurige opslag moeten de brandkranen binnenshuis
worden opgeslagen.
3. INSTALLATIE EN TESTEN
OPMERKING: Wees op de hoogte van eventuele lokale normen voor het juist installeren van brandkranen.
WAARSCHUWING: Alle waterleidingen moeten geïsoleerd, drukloos of gedraineerd worden voordat de brandkra-
nen worden geïnstalleerd of onderhouden. Als u dit niet doet, kan er druk ontstaan met ernstig letsel tot gevolg.
3.1 INSTALLATIE
Een correcte installatie van de serie 27/00 'dry-barrel' brandkraan is belangrijk voor een goede werking.
De volgende stappen zijn algemene installatierichtlijnen voor een standaard brandkraan van AVK serie 27/00.
Lokale omstandigheden kunnen variaties vereisen.
1.
Controleer voor het installeren van een brandkraan of alle bouten goed vastzitten en alle spuitkoppen goed
zijn gemonteerd (zie spuitkopinstallatie). Reinig eventueel vuil en puin van de binnenkant van de brandkraan-
basis en van de brandkraanleiding.
2.
Alle brandkranen moeten zo loodrecht mogelijk worden geïnstalleerd.
3.
Raadpleeg de lokale codes en normen voor de plaatsing van de brandkraan. In het algemeen moeten de
volgende richtlijnen in acht worden genomen. Plaats de brandkraan zodat deze volledige toegankelijkheid
biedt en tegelijkertijd de kans op schade door voertuigen of letsel bij voetgangers minimaliseren. De brand
kraan moet zo worden geplaatst dat geen enkel deel van de brandkraan zich dichter dan 60 cm bij de stoep-
rand bevindt. Zorg ervoor dat het pompkop naar de straat is gericht, zodat hij gemakkelijk kan worden aan
gesloten. De middellijn van de brandkraankoppen moet minimaal een halve meter boven de grond liggen om
slangen te kunnen bevestigen en de brandkraansleutel te kunnen bedienen.
COPYRIGHT©AVK GROUP A/S 2019 - AVK INTERNATIONAL A/S, BIZONVEJ 1, DK-8464 GALTEN - WWW.AVKVALVES.EU
MI DryBarrelHydrant 2700 rev. C April 2019 HB