Reparatie
Reparatie van
van de
de driver
Reparatie
Reparatie
van
de
De driver
De
De
driver verwijderen
driver
verwijderen
verwijderen
1. Zie
De onderpomp demonteren van de driver,
page
11.
2. Verwijder de vier schroeven (201e) en verwijder
de motor (202) van de actuator (201). De
koppeling (201a) en het inzetstuk (201b) aan
de motorzijde worden tegelijk met de motor
verwijderd.
12
driver
driver
De driver
De
De
driver installeren
driver
installeren
installeren elkaar
KENNISGEVING
KENNISGEVING
KENNISGEVING
Om schade aan de motor te vermijden, moet de
koppeling aan de motorzijde (201a) evenwijdig zijn
aan het uiteinde van de motoras.
1. Controleer of de koppeling aan de motorzijde
(201a) evenwijdig is aan het uiteinde van de
motoras. Draai de twee schroeven (201c) aan tot
4–5 N•m (35-45 in-lb).
2. Zorg dat het koppelinzetstuk (201b) op zijn plaats
zit. Monteer de motor (202) op de actuator, zodat
de twee koppelingen in elkaar grijpen. Controleer
of de motor en actuator goed op elkaar passen:
de motor moet
moet
moet plat op de actuatorbehuizing
rusten.
KENNISGEVING
KENNISGEVING
KENNISGEVING
Als de motor niet plat op de actuatorbehuizing
zit, dient u de oorzaak vast te stellen en te
corrigeren voordat u de schroeven (201d)
monteert. Als de motor en actuator niet goed
op elkaar passen, ontstaat er een axiale druk
op de motoras. Deze heeft tot gevolg dat de
motor uitvalt als u deze bedient.
3. Installeer de vier schroeven (201d).
4. Zie
De onderpomp weer aansluiten op de driver,
page
18.
elkaar zetten
elkaar
zetten
zetten
334084J