Inhoudsopgave
Advertenties
Instellen
Vloeistofaansluitingen
Vloeistofaansluitingen
Vloeistofaansluitingen
1. Sluit een vloeistofslang van 1/4 NPT(f) aan
tussen de vloeistofbron en de keerklep (J) bij het
vloeistofinlaatspruitstuk (K) van de pomp. De
inlaatdoseerventielen (D, E) gaan afwisselend
open en dicht bij de pompslagovergang om een
gelijkmatig debiet naar de pomp te waarborgen.
2. Sluit een vloeistofuitlaatslang van 1/4
NPT(f) aan vanaf de keerklep (L) bij het
vloeistofuitlaatspruitstuk (H) van de pomp. De
inlaatdoseerventielen (D, E) gaan afwisselend
open en dicht bij de pompslagovergang om een
gelijkmatig debiet uit de pomp te waarborgen.
Figure 9 Vloeistofaansluitingen
10
Elektrische aansluiting
aansluiting
Elektrische
Elektrische
aansluiting
KENNISGEVING
KENNISGEVING
KENNISGEVING
Sluit de spanning op het systeem af voordat u
connectoren afsluit om schade aan elektrische
onderdelen te vermijden.
Sluit de kabel van de pompbesturingsmodule in de
elektrische bedieningskast van het doseerapparaat
aan op de kabelconnector (N) op de pompmotor (A).
De kabel heeft twee connectoren, één voor de
motorbesturing en één voor feedback van de
codeerder. De connectoren hebben elk een andere
code om een correcte installatie te waarborgen.
334084J
Advertenties
Inhoudsopgave
