Afvoerluchtslang aansluiten
1. Verbind de slangadapter en het slangaansluitstuk elk met
een uiteinde van de afvoerluchtslang.
2. Verbind het passende uiteinde van de luchtafvoerslang met
de aansluiting luchtafvoerslang (7) op het apparaat.
8
Afvoerlucht afvoeren
• De afvoerlucht van het apparaat bevat de overtollige
warmte uit de te koelen ruimte. Daarom wordt het
aanbevolen de afvoerlucht af te voeren naar buiten.
• Het uiteinde van de afvoerluchtslang kan door het
geopende raam worden geleid. Zet het geopende raam evt.
met de betreffende hulpmiddelen vast, zodat het uiteinde
van de afvoerluchtslang niet kan wegglijden.
• Het uiteinde van de afvoerluchtslang kan in een gekanteld
raam worden gehangen.
Hiervoor wordt het gebruik van een raamafdichting
aanbevolen (optioneel).
• Leg de afvoerluchtslang stijgend in de
luchtstromingsrichting.
• De aangesloten slang mag geen ontstekingsbron bevatten.
Voorbeeld met afvoerluchtslang:
lokale airconditioner PAC 3500 S / PAC 3800 S / PAC 3810 S
NL