PRODUCTINFORMATIE
J-D-N
engineered for
-extremes
l
3.10. Explosiebescherming
De basis voor de volgende gegevens is een des-
kundig advies van de DMT Gas & Fire Division
over het gebruik van JDN-hefwerktuigen, Ioop-
katten ell kraaninstallaties in explosiegevaarlijke
gebieden, op basis van de Europese Richtlijn
94/9/EG (,,ATEX 1 00a"). De DMT is geaccrediteerd
voor de controle van apparaten ell veiligheidssys-
temen voor doelmatig gebruik in explosiegevaar-
lijke gebieden..
Lastketting Voor het veiligstellen van de nood-
zakelijke aarding mogen sterk verroeste kettingen
in de zones 1 ell 21 , evenals apparaten in de ca-
tegorie M2, met meer worden gebruikt. Afhankelijk
van de corrosiegraad kan het geleidingsvermo-
gen van de ketting zo verslechteren, dat deze met
meer voldoende is.
Slangen Slangen moeten in zone 1 over een
voldoende lage oppervlakteweerstand beschikken,
die kleiner is dan 1090 , om elektro-statische ont-
stekingsgevaren te vermijden. Anders (bij > 1090)
moeten de slangen bij explosiegroep 1, IIA ell I?B
< G30rn?rrg ell bij explosfegroep < (2120rrirri Zijn,
of er moet bewezen kunnen worden dat deze met
gevaarlijk oplaadbaar zijn.
Werkzame bestanddelen bij wrijvings- of slag-
gevaar Bij wrijvings- of slagprocessen kunnen
er afzonderlijke functies ontstaan, waarbij gassen
van explosiegroep I?C, zwavelwaterstof of ethy-
Ieenoxide, evenals bij Iichtmetaal- of andere im-
pactgevoelige stoffen, ontstekingsgevaren kunnen
veroorzaken. Daarom moet hierbij vonkvorming
als gevolg van mechanische inwerkingen worden
voorkomen.
Kettingen ell Iasten moeten steeds zo worden ge-
leid, dat een schurende en/of wrijvende aanraking
met vreemde installaties- ell onderdelen uitblijft.
Er moet zekergesteld worden dat er tijdens het ge-
bruik geen explosieve atmosferen aanwezig zijn.
Als bepaalde stoffen bij elkaar komen, ontstaat
er een verhoogd ontstekingsgevaar. Dit zijn niet-
corrosiebestendig staal of gietijzer tegen alumi-
nium, magnesium of overeenkomstige legeringen.
Dit geldt vooral als er roest, ook vluchtige roest,
aanwezig is. Vooral aan de ketting ell aan de last-
haken kan er zich roest vormen (ook vluchtige
Pagina 22 van 64
Doc.nr.: VAO34691-10-OM-NL-1015-64-2
Gebruiksbereik
Brandstof
Motorsmering
JDN-
hoogvermogensvet,
art.-nr. 11904 (250ml)
Motorsmering bij het
bedrijf met oli5n
Persluchtolie iioiti ki-
nematische viscositeit
ongeveer 3C)-,-' (cSt)
bij 40oC, evt. met anti-
vriesmiddel
Kettingsmering
Kettingolie of motor-
olie voor voertuigen,
kinematische viscositeit
ongeveer 1 5C)-7m" (cSt)
bij 40oC), of speciale
smeerstof van J.D.
Neuhaus. ln gebieden
met externe corrosie-
werking, bijv. offshore,
moet een smeerstof
met bijzonder sterke
corrosiebescherming
worden gebruikt.
Motorconservering
(vervalt bij ge-
bruik van JDN-
hoogvermogensvet)
Niet-verhardende con-
serveringsolie met
overeenkomstige wer-
kingsduur
Motorreiniging
(vervalt bij ge-
bruik van het JDN-
hoogvermogensvet)
Zuiver petroleum
Smering voor Iagers en
aandrijvingen (ook voor
open vertandingen)
Lithium-verzeept vet,
Walkpenetration 265-
295 (0,1 mm), basisvis-
cositeit: 190 ,-' (cSt)
bei 40oC, druppelpunt:
180oC,
Gebruikstemperaturen :
-20oC tot + 1 20oC,
benaming conform
DIN 51825: KP2K-20
agens: EP-additieven
(ter vermindering van
slijtage) en veroude-
ringsbescherming;
waterbestendig en
beschermend tegen
corrosie