4. De naam wordt herhaald en de telefoon begint te bellen.
• Als er meer dan één nummer voor het Contact is vermeld,
dan moet u de titel van het nummer zeggen.
Nummerbellen
Bellen door het telefoonnummer te zeggen:
1. Zeg na het verzoek "Naam of nummer zeggen" de cijfers van
het telefoonnummer dat u wilt bellen zonder tussen de cijfers
te pauzeren.
2. Als de telefoon het nummer herkent, wordt dit herhaald en
begint de telefoon te bellen.
Als de telefoon niet zeker is van het nummer, dan verschijnt er
een lijst met keuzes en vraagt de telefoon "Zei u...?" en geeft de
eerste keuze weer.
• Als het nummer juist is, moet u "Ja" zeggen. Als het nummer
verkeerd is, moet u "Nee" zeggen om naar het volgende
nummer te luisteren of door de lijst bladeren en het juiste
nummer selecteren.
NAAM OPZOEKEN
Zoek de contactinformatie op van een persoon in uw contactenlijst
zonder het nummer automatisch te bellen.
1. Druk op
2. Na het verzoek om "Opdracht geven", moet u "Naam
opzoeken" zeggen.
3. Na het verzoek "Zeg de naam of nummer", moet u de
volledige naam van een persoon in uw Contactenlijst zeggen,
zowel de voornaam als de achternaam.
4. De gegevens van het contact verschijnen op het scherm.
OPEN DE TOEPASSING
Open de toepassing door "Open" te zeggen en hierna de naam
van de gewenste toepassing te zeggen.
1. Druk op
2. Na het verzoek"Opdracht geven", moet u "Open" zeggen en
hierna de naam van de toepassing, bijvoorbeeld "Berichten".
en houd ingedrukt.
en houd ingedrukt.
143