6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Inbedrijfname - meet-
kringnaam
Inbedrijfname - toepas-
sing
34
Diagnose: informatie bijv. over instrumentstatus, sleepwijzer, meet-
nauwkeurigheid, simulatie
Uitgebreide instellingen: PIN, datum/tijd, reset, kopieerfunctie
Info: instrumentnaam, hard- en softwareversie, kalibratiedatum,
sensorspecificaties
Opmerking:
Voor een optimale instelling van de meting moeten de afzonderlijke
submenupunten in het hoofdmenupunt "Inbedrijfname" na elkaar
worden gekozen en van de juiste parameters worden voorzien. Houd
deze volgorde zo veel mogelijk aan.
De submenupunten zijn opeenvolgend beschreven.
In het menupunt "Sensor-TAG" bewerkt u een meetplaatsidentificatie
van twaalf tekens.
Daarmee kan aan de sensor een eenduidige naam worden gegeven,
bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In digitale
systemen en voor de documentatie van grotere installaties moet voor
een nauwkeurige identificatie van de meetplaatsen een eenduidige
naam worden ingevoerd.
De mogelijke tekens zijn:
•
Letters van A ... Z
•
Getallen van 0 ... 9
•
Speciale tekens +, -, /, -
In dit menupunt activeert/deactiveert u de slave-sensor voor elektro-
nisch drukverschil en kiest u de toepassing.
De VEGABAR 82 is geschikt voor zowel procesdruk- en niveaume-
ting. De instelling bij uitlevering is procesdrukmeting. In dit bedie-
ningsmenu kan worden omgeschakeld.
Wanneer u geen slave-sensor heeft aangesloten, bevestigt u dit door
"Uitschakelen".
Afhankelijk van uw gekozen toepassing zijn daarom in de volgende
bedieningsstappen verschillende paragrafen van belang. Daar vindt u
de afzonderlijke bedieningsstappen.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
VEGABAR 82 • 4 ... 20 mA