Inhoudsopgave
Advertenties
Lokaliseren van storingen (vervolg)
De warmtepomp heeft een aantal beveiligingen om haar
componenten te beschermen tegen bedrijf onder abnormale
bedrijfsomstandigheden: hogedrukschakelaar (HP), lagedruk-
schakelaar (LP) en motorbeveiliging (MS) voor de compressor/
koudedragerpomp. De redenen voor activering van deze beveili-
9.1 Alarmoorzaken – lage druk
Oorzaak
Slechte doorstroom in het koudedragersysteem, wat kan worden veroorzaakt door:
1)
Lucht in het koudedragersysteem.
2)
Een geblokkeerd filter.
3)
Te weinig koudedrager.
4)
Koudedragerpomp is gestopt of draait op lage snelheid.
5)
IJsvorming in het koudedragersysteem.
Te weinig koelmiddel in de pomp van het koelsysteem kan worden veroorzaakt door:
1)
Lekkage in het koelsysteem
2)
Onvoldoende gevuld koelsysteem
Te weinig koelmiddel kan worden geconstateerd door middel van het peilglas van de warmtepomp, dat "schuimt" bij te weinig koelmiddel. LET
OP! Bij het begin van de installatie, kan het peilglas korte tijd schuimen, voordat het helder wordt.
Expansieklep.
1)
De werking van de warmtepomp wordt gedurende lan-
gere tijdsintervallen onderbroken.
16
Thermia Robust Installatiehandleiding 9680-54746001
gingen lopen uiteen en worden hieronder uiteengezet.
Bedrijfsstoringen worden in het instrumentenpaneel van de
warmtepomp getoond met een knipperend of permanent bran-
dend rood alarmlampje.
Verhelpen
1)
Ontlucht het koudedragersysteem.
2)
Maak het filter schoon.
3)
Vul koudedrager bij.
4)
Controleer of de koudedragerpomp stroom krijgt en niet is verstopt.
5)
Controleer de mengverhouding van de koudedrager.
LET OP! Het kan een paar uur duren voordat het ijs is gesmolten.
1)
Tap het koelsysteem af (via de servicekleppen), dicht het lek, controleer
met vacuüm zuigen en vul bij met de juiste hoeveelheid koelmiddel.
2)
Vul bij met de juiste hoeveelheid.
1)
Controleer op koeling en oververhitting.
Advertenties
Inhoudsopgave
