Maximumwaarde in graden waarop het toestel kan worden geprogrammeerd voor aflezing
van de referentiewaarde op afstand.
Out.t: Selectie uitgangssignaal temperatuur (Out.A).
We kiezen of de aflezing van de uitgangstemperatuur gebeurt in mA (Out.A) (4-20 mA) of in
volt (Out.v) (0-10 Vdc). Deze waarden moeten altijd proportioneel zijn tussen de waarden
die werden toegekend aan de parameters van SET 4 "SP.LL" (4 mA-0 Vdc) en "SP.HL" (20
mA-10 Vdc).
SET 4
BiAS: Correctie offset van de temperatuur (0 ºC).
Dient om de temperatuuraflezing te kunnen corrigeren, zowel naar boven als naar onderen.
unit:
Temperatuureenheid (ºC).
Selectie aflezingsmodaliteit van de temperatuur, graden Celsius (ºC) of graden Fahrenheit
(ºF).
SP.LL: Minimumgrens van de referentiewaarde (0 ºC).
Dit is de minimale temperatuur waarop het toestel kan worden ingesteld.
SP.HL: Maximumgrens van de referentiewaarde (ºC).
Dit is de maximale temperatuur waarop het toestel kan worden ingesteld.
R1:
Toestemming werking pomp (CNM20).
Dit relais dient enkel om de werking van de pomp al dan niet toe te staan.
R1.Va: Geassocieerde waarde R1.
R2:
Configureerbaar relais 2 (CNM6).
Dit relais wordt gebruikt om een alarm te kunnen geven in de volgende situaties.
TP1:
Uitgangstemperatuur naar het proces.
TP2:
Retourtemperatuur van het proces.
P1:
Persdruk van de pomp.
P2:
Retourdruk van het proces.
FM:
Debiet bij de retour van het proces.
AL:
Algemeen alarm.
R2.Va: Geassocieerde waarde R2.
Waarde in graden, bar, liter/minuut of minuten, afhankelijk van de soort van configuratie van de
voorgaande parameter R2.
R3:
Configureerbaar relais 3 (CNM4).
Dit relais wordt gebruikt om een alarm te kunnen geven in de volgende situaties.
HANDLEIDING TEMPERATUURREGELAARS TCU
(ENKEL ELEKTRONICA FULL VERSION)
(ENKEL ELEKTRONICA FULL VERSION)
(ENKEL ELEKTRONICA FULL VERSION)
(ENKEL ELEKTRONICA FULL VERSION)
Page 23