Tabel 5. Security (Beveiliging)
Optie
Admin Password
System Password
Strong Password
Password Configuration
Password Bypass
Password Change
Non-Admin Setup Changes
TPM 1.2 Security
38
Beschrijving
Hiermee kunt u het administratorwachtwoord (admin) instellen,
wijzigen of wissen.
OPMERKING: U moet het administratorwachtwoord instellen
voordat u het systeem- of hardeschijfwachtwoord instelt.
OPMERKING: Wijzigingen in wachtwoorden worden onmiddellijk
effectief.
OPMERKING: Wanneer u het administratorwachtwoord wist, wist u
automatisch ook het systeemwachtwoord.
OPMERKING: Wijzigingen in wachtwoorden worden onmiddellijk
effectief.
Standaardinstelling: niet ingeschakeld
Hiermee kunt u het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of wissen.
OPMERKING: Wijzigingen in wachtwoorden worden onmiddellijk
effectief.
OPMERKING: Hier mee het wachtwoord worden ingevoerd
wanneer het systeem is ingeschakeld.
Standaardinstelling: niet ingeschakeld
Hiermee kunt de optie forceren om altijd veilige wachtwoorden in te
stellen.
Standaardinstelling: Enable Strong Password (Sterk wachtwoord
inschakelen) is niet geselecteerd.
Hier kunt u de lengte van uw wachtwoord instellen. Admin Password
Min = 4, Admin Password Max = 32
Hiermee kunt u de toestemming in- of uitschakelen voor het omzeilen
van het systeem- of interne HDD-wachtwoord, wanneer deze zijn
ingesteld. De opties zijn:
•
Disabled (Uitgeschakeld) (Standaardinstelling)
•
Reboot bypass (Opnieuw opstarten omzeilen)
Hiermee kunt u de toestemming in- of uitschakelen voor het instellen
van een systeemwachtwoord en een wachtwoord voor de harde schijf,
wanneer het administratorwachtwoord is ingesteld.
Standaardinstelling: Allow Non-Admin Password Changes (Wijzigingen
op niet-beheerderswachtwoorden toestaan) is geselecteerd
Hiermee bepaalt u of wijzigingen in de installatieopties zijn toegestaan
wanneer er een administratorwachtwoord is ingesteld. Deze optie is
standaard uitgeschakeld.
•
Allows Wireless Switch Changes (Wijzigingen schakelaar voor
draadloos netwerk toestaan)
Met deze optie kunt u bepalen of de Trusted Platform Module (TPM) in
het systeem is ingeschakeld en zichtbaar is voor het besturingssysteem.