Inhoudsopgave
Advertenties
1. Het systeem staat in de SET-modus, ga naar de RUN-modus.
2. Defecte toortsonderdelen, inspecteer toortsonderdelen en vervang indien nodig.
4. Defecte componenten in het apparaat, retourneer voor reparatie of laat een gekwalificeerde monteur repareren volgens de servicehandleiding.
G. Geen snijvermogen; Zaklamp geactiveerd, stroombron aan; Gasstromen; Ventilator werkt
1. Toorts niet goed aangesloten op de voeding, controleer of de toortsdraden goed zijn aangesloten op:
stroomvoorziening.
2. Werkkabel niet aangesloten op het werkstuk, of de verbinding is slecht, zorg ervoor dat de werkkabel een
juiste aansluiting op een schoon, droog gedeelte van het werkstuk.
3. Defecte componenten in het apparaat, retourneer voor reparatie of laat een gekwalificeerde monteur repareren volgens de servicehandleiding.
4. Defecte toorts, retourneer voor reparatie of laat een gekwalificeerde monteur repareren.
H. Laag snijvermogen
1. Onjuiste instelling van de CURRENT (A)-regeling, controleer en stel af op de juiste instelling.
2. Defecte componenten in het apparaat, retourneer voor reparatie of laat een gekwalificeerde monteur repareren.
I.
Moeilijk starten
1. Versleten toortsonderdelen (verbruiksartikelen), schakel de ingangsstroom uit. Verwijder en inspecteer de toortsschildbeker, tip,
startpatroon en elektrode. Vervang elektrode of tip indien versleten; vervang startpatroon als eindstuk dit doet
niet vrij bewegen; vervang de
J. Arc wordt uitgeschakeld tijdens bedrijf; boog zal niet herstarten wanneer de toortsschakelaar is geactiveerd.
1. Voeding is oververhit (OC/OT lamp aan), laat het apparaat minimaal 5 minuten afkoelen. Zorg ervoor dat
de unit is niet verder dan de Duty Cycle-limiet gebruikt. Raadpleeg hoofdstuk 2 voor specificaties van de duty-cycle.
2. Gasdruk te laag (het TIP/GUN/GAS-lampje brandt wanneer de toets op de toortsschakelaar aan is), controleer de bron
voor minimaal 65 psi / 4,5 bar; pas zo nodig aan.
3 Verbruiksartikelen van de toorts versleten, controleer de beker, de tip, het starterelement en de elektrode van de toortsschild; vervangen als
nodig zijn.
4. Defecte componenten in het apparaat: retourneer voor reparatie of laat een gekwalificeerde monteur repareren volgens de servicehandleiding.
K. Geen gasstroom; het aan/uit-lampje aan; Ventilator werkt
1. Gas niet aangesloten of druk te laag, controleer gasaansluitingen. Stel de gasdruk in op de juiste instelling.
2. Defecte componenten in het apparaat, retourneer voor reparatie of laat een gekwalificeerde monteur repareren.
3.
3. Gasdruk te hoog of te laag, stel af op de juiste druk.
schildbeker
als er overmatige spatten op blijven kleven.
8
Advertenties
Inhoudsopgave
