Pagina 4
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze generator gaat gebruiken. Deze handleiding moet bij deze generator blijven als deze wordt verkocht. De uitlaatgassen van de motor van dit product bevatten giftig koolmonoxide (CO) dat bewustzijnsverlies kan veroorzaken en tot de dood kan leiden. - 3 -...
Pagina 5
Uitlaatgassen bevatten giftig koolmonoxide (CO) gas dat zich in gesloten ruimtes tot gevaarlijke niveaus kan ophopen. Het inademen van CO kan bewusteloosheid of de dood veroorzaken. Laat de generator nooit draaien in een gesloten of zelfs gedeeltelijk gesloten ruimte waar mensen aanwezig kunnen zijn. De generator is een potentiële bron van elektrische schokken bij misbruik.
INVOERING Gefeliciteerd met uw keuze voor een geweldige generator. We zijn er zeker van dat u tevreden zult zijn met uw aankoop van een van de grootste draagbare generatoren op de markt. Deze handleiding geeft u een goed basisbegrip van de bediening en het onderhoud van deze machine, lees deze aandachtig door.
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE 1.1 OPERATOR ATTENTIE ÿ Lees en begrijp deze handleiding voordat u de generator gebruikt. ÿ Plaats de generator op een plaats waar voetgangers, kinderen en huisdieren elkaar niet kunnen aanraken. Laat kinderen de generator niet zonder toezicht bedienen. ÿ...
ÿ Verwijder GEEN afdekking van de generatorbehuizing wanneer de motor draait. Als dit niet het geval is, kunnen de omvormer, dynamo of andere elektrische onderdelen beschadigd raken door slechte koeling. 1.2 GEVAREN VAN UITLAATDAMPEN ÿ Uitlaatgassen bevatten het giftige koolmonoxideÿCOÿ, een kleur- en geurloos gas.
1.3 GEVAREN VAN ELEKTRISCHE SCHOKKEN ÿ Gebruik de motor nooit in regen, sneeuw of natte locaties. ÿ Raak de machine nooit met natte handen aan. ÿ Aard de unit om elektrische gevaren te voorkomen. - 8 -...
1.4 BRAND- EN BRANDGEVAREN ÿ Benzine is onder bepaalde omstandigheden uiterst ontvlambaar en explosief. Rook niet en laat geen vlammen of vonken toe waar de generator wordt bijgetankt of waar benzine is opgeslagen. Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte met uitgeschakelde en afgekoelde motor.
tijdens bedrijf. ÿ Houd de generator op minimaal 1 m (3 ft) van gebouwen of andere apparatuur, of de generator kan oververhit raken. ÿ Laat de motor afkoelen voordat u de generator binnen opbergt. 1.5 AANWIJZINGEN VOOR DE AANSLUITING ÿ Sluit het apparaat niet aan op een elektrisch systeem van een gebouw, tenzij een isolatieschakelaar is geïnstalleerd door een gekwalificeerde elektricien.
3. EENHEID BESCHRIJVING: 3.1 COMPONENTEN IDENTIFICATIE (1). Bedieningspaneel: Locatie van generatorbedieningen en uitgangscontactdozen. - 13 -...
Pagina 15
(2). Tankdop: Toegang tot brandstoftank om te vullen. (3). Ontluchtingshendel brandstofdop: regelklep tussen atmosfeer en brandstoftank. (4). Draaggreep: Til de generator alleen aan deze handgreep op. (5). Startgreep: Trek aan de startgreep om de motor te starten. (6). Chokeknop: Starthulp bij koude motor. (7).
3.2 BEDIENINGSPANEEL (1). Brandstofkraan: Regelt de brandstoftoevoer naar de carburateur. (2). AC-aansluitingen: AC-uitgangen voor het aansluiten van AC-apparaten. (3). 12V DC-contactdoos: aansluiting voor het opladen van 12V DC-batterijen in autostijl terwijl de generator in werking is. (4). 12V DC Circuit Breaker: Overbelastingsbeveiliging voor het 12VDC laadsysteem. (5).
(10). Reset-knop: deze schakelaar kan worden gebruikt om de output van de generator te herstellen onder de voorwaarde van overbelastingsbeveiliging en is niet nodig om de motor in het algemeen opnieuw te starten. (11). READY-led (groen): READY-led gaat branden wanneer de generator normaal werkt.
losmaken Motorolie toevoegen: (1). Open het olie-onderhoudsdeksel 1 en verwijder de oliedop 2. (2). Vul de gespecificeerde hoeveelheid van de aanbevolen motorolie en breng vervolgens de oliedop aan en draai deze vast. NOTITIE ÿ Zorg ervoor dat de generator op een vlakke, horizontale ondergrond staat.
4.2 BRANDSTOF ÿ Benzine is onder bepaalde omstandigheden uiterst ontvlambaar en explosief. Rook niet en laat geen vlammen of vonken toe waar de generator wordt bijgetankt of waar benzine is opgeslagen. ÿ Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte met uitgeschakelde motor.
ÿ U mag gewone loodvrije benzine gebruiken die niet meer dan 10% Ethanol (E10) bevat. ÿ Zorg ervoor dat de generator op een vlakke, horizontale ondergrond staat. ÿ Inhoud brandstoftank: 4,2L. 5. DE MOTOR STARTEN 5.1 MOTOROLIE CONTROLEREN Controleer de olie VOOR ELK GEBRUIK terwijl de generator op een vlakke ondergrond staat en de motor is gestopt.
AANBEVOLEN OLIE: 4-takt motorolie, SAE 10W-40, API SE/SF/SG/SH/SJ of hoger. losmaken (1). Open het olie-onderhoudsdeksel 1. (2). Verwijder de oliedop 2 en veeg de peilstok 3 schoon. (3). Controleer het oliepeil door de Peilstok 3 in de vulhals te steken zonder hem vast te draaien.
5.2 CONTROLEER BRANDSTOF ÿ Rook niet en laat geen vlammen of vonken toe waar de generator is getankt of waar benzine is opgeslagen. ÿ Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte met uitgeschakelde motor. ÿ Vul NIET boven het rode niveau. Controleer de brandstof VOOR ELK GEBRUIK terwijl de generator op een vlakke ondergrond staat en de motor is uitgeschakeld.
5.5 DE MOTORSCHAKELAAR & ECO SCHAKELAAR (1).Draai de motorschakelaar (rood) 1 in de “AAN”-stand. (2). Draai de ECO-schakelaar (zwart) 2 naar de stand "UIT". "AAN" positie "UIT" stand - 24 -...
5.6 GEBRUIK CHOKE Trek de chokeknop 1 volledig uit naar de "START"-stand. "RUN" positie "Begin positie NOTITIE ÿ De choke is niet nodig om een warme motor te starten. Druk op de Choke Knop in de "RUN" positie. ÿ Houd de chokeknop in de stand "START" voor slechts 2 keer trekken van de terugloopstarter.
5.7 START DE MOTOR ÿ Uitlaatgassen bevatten het giftige koolmonoxideÿCOÿ, een kleur- en geurloos gas. Het inademen van CO kan bewustzijnsverlies veroorzaken en tot de dood leiden. ÿ Gebruik de generator in een goed geventileerde ruimte. Laat uw generator nooit in een garage of huis draaien, ook niet als de deur of het raam is open.
Pagina 28
huisvesting. ÿ Normaal gesproken kan de motor binnen drie keer trekken worden gestart. Houd de chokeknop slechts 2 keer in de "START"-positie. Duw na de tweede keer trekken de chokeknop in de "RUN"-stand voor maximaal de volgende 3 keer trekken. 5.8 SLUIT CHOKE Na het starten van de motor, duwt u de chokeknop 1 volledig in de “RUN”- stand.
NOTITIE Wacht een paar seconden tot het motortoerental stabiel is voordat u de choke sluit, en wacht langer als het koud is. 6. AC WERKING 6.1 GEBRUIK DE GENERATOR: Laat de motor na het starten 2 of 3 minuten draaien om op te warmen, daarna kunt u de generator als volgt gebruiken: (1).
Pagina 30
"UIT" stand "AAN" positie Zorg ervoor dat alle elektrische apparaten zijn uitgeschakeld voordat u ze aansluit. NOTITIE ÿ De ECO-schakelaar 1 moet in de stand "UIT" worden gedraaid bij gebruik van elektrische apparaten die een grote startstroom vereisen, zoals een zware compressor of sommige hoge elektrische belastingen. ÿ Zorg ervoor dat alle elektrische apparaten, inclusief de leidingen en stekkerverbindingen, in goede staat zijn voordat u ze op de generator aansluit.
niet nodig om de motor in het algemeen opnieuw te starten. Maar controleer en corrigeer eerst het probleem, als er een kortsluiting is in een aangesloten apparaat of draad. ÿ Bij het starten van een elektromotor kan de OVERBELAST- LED (rood) 5 gaan branden. Dit is normaal als de OVERBELAST-LED (rood) 5 na enkele seconden uitgaat.
Pagina 32
AC-contactdozen 1. (2). Draai de brandstofkraan 2 naar de stand "UIT". (3). Draai de motorschakelaar 3 naar de stand "UIT". (4). Laat de motor goed afkoelen en draai vervolgens de ontluchtingshendel van de brandstofdop 4 naar de stand “UIT”. "AAN" positie "UIT"...
Pagina 33
NOTITIE ÿ SCHAKEL alle elektrische belastingen die zijn aangesloten op de AC- contactdozen 1 van de generator UIT voordat u deze via de Gen-mate APP in smartphones afsluit. ÿ Bij het afsluiten met de Gen-mate APP op smartphones is de bovenstaande stap 2/3 niet nodig en moet stap 4 worden uitgevoerd voordat de generator wordt verplaatst of opgeslagen.
7.1 AANSLUITEN VAN DE BATTERIJLAADKABEL: (1). Voordat u de acculaadkabel 1 aansluit op een accu die in een voertuig is geïnstalleerd, moet u de massakabel van de voertuigaccu loskoppelen van de negatieve (-) accupool. (2). Steek de batterijoplaadkabel 1 in de 12V DC-aansluiting 2 van de generator.
Draai NOOIT de polariteit om bij het aansluiten van de accupolen op de oplaadaansluiting. Er kan ernstige schade ontstaan aan de generator en de accu. ÿ Start het voertuig niet terwijl de acculaadkabel is aangesloten en de generator draait. Het voertuig of de generator kan beschadigd raken. Een overbelast DC-circuit of een bedradingsprobleem zal de DC- stroomonderbreker 6 uitschakelen (PUSH-knop steekt uit).
Pagina 36
8.1 START AC PARALLEL (1). Ontkoppel of schakel alle elektrische belastingen van beide generatoren uit. (2). Sluit de Parallel Kit 2 aan tussen de twee SE2000i-generatoren Parallel Terminal 1. (3). Start de motoren en zorg ervoor dat de READY LED (groen) gaat branden. (4).
ÿ De ECO Switch 3 moet op beide in dezelfde stand staan generatoren. ÿ Zorg ervoor dat het nominale vermogen van het elektrische apparaat het totale nominale vermogen van twee generatoren niet overschrijdt. ÿ De meeste gemotoriseerde apparaten hebben meer nodig dan hun nominale vermogen om op te starten.
9. BIJZONDERE EISEN NOTITIE ÿ Wijzig de generator op geen enkele manier. ÿ De generator mag naar beneden worden gekanteld, maar UITSLUITEND op de disselzijde 1. Als u hem aan de andere kant neerlegt, kan er OLIE lekken en de motor of uw eigendommen beschadigen.
(4). Zet de ontluchtingshendel van de tankdop UIT. ÿ Draai de ontluchtingshendel van de tankdop NIET naar de stand "UIT" voordat de motor is afgekoeld. Laat de motor goed afkoelen, zo niet kan de brandstoftank worden bekneld door koude samentrekking van het brandstofgas in de brandstoftank.
Pagina 40
Onderhoudsschema Reguliere serviceperiode (5) Elke 6 elke 1 Elke 2 maanden jaar of jaar of Item of 50 gebruiken 100 uur. 300 uur. Controleer niveau ÿ Motorolie Wijziging Luchtreiniger Schoon ÿ Check-aanpassen Bougie ÿ Vervangen Schoon ÿ Vonkenvanger Klepspeling controleren-aanpassen Verbranding Schoon Kamer...
BOVENGRENS ONDERSTE LIMIET Tap de gebruikte olie af terwijl de motor warm is. Warme olie loopt snel en volledig weg. (1). Draai de brandstofkraan UIT, sluit de brandstofdop stevig en draai de ontluchtingshendel van de tankdop UIT om de kans op brandstoflekkage te verkleinen. (2).
Pagina 43
Het gebruik van benzine of een ontvlambaar oplosmiddel om het luchtfilter te reinigen kan brand of een explosie veroorzaken. Gebruik alleen zeepsop of een niet-ontvlambaar oplosmiddel. NOTITIE Als u de motor laat draaien zonder luchtfilter of met een beschadigd luchtfilter, kan er vuil in de motor komen, waardoor de motor snel slijt.
(1). Draai vijf schroeven los en verwijder de onderhoudskap 1. (2). Draai de dekselschroef 2 los en verwijder het luchtfilterdeksel 3. (3). Was de Sponge 4 in een oplossing van huishoudelijk wasmiddel en warm water, spoel vervolgens grondig af of was in een niet-ontvlambaar oplosmiddel of oplosmiddel met een hoog vlampunt.
Pagina 45
losmaken (1). Draai de schroef 5 los en verwijder vervolgens de bougie-onderhoudskap 1. (2). Verwijder de bougiedop 2. (3). Gebruik een bougiesleutel 4 om de bougie 3 te verwijderen. (4). Inspecteer de bougie 3. Vervang deze als de elektroden versleten zijn of als de isolator gebarsten, afgebroken of vervuild is.
(7). Nadat de bougie 3 op zijn plaats zit, draait u hem vast met een bougiesleutel om de ring samen te drukken. Als u een nieuwe bougie installeert, draai dan een halve slag na de bougiezittingen om de ring samen te drukken. Als u een gebruikte bougie terugplaatst, draait u 1/8ÿ1/4 slag vast na de bougiezittingen om de ring samen te drukken.
Pagina 47
Scherm A Scherm B Reinig de vonkenvanger 1 als volgt: (1). Verwijder de vijf schroeven en verwijder de achterklep 2. (2). Verwijder de vonkenvanger 1. (3). Gebruik een borstel om koolstofafzettingen van Screen A en B te verwijderen. (4). Inspecteer zeef A op breuken of scheuren en vervang deze indien nodig. (5).
10.5 SCHOONMAKEN BRANDSTOFTANKFILTER Gebruik de benzine nooit terwijl u rookt of in de buurt van open vuur. (1). Verwijder de brandstofdop 1 en brandstoftankfilter 2. (2). Reinig het brandstoftankfilter 2 met benzine. Als het beschadigd is, vervang het dan. (3). Veeg het brandstoftankfilter 2 schoon en installeer het. (4).
11.VERVOER EN OPSLAG ÿ Transporteer of sla de generator alleen op als deze is afgekoeld volledig. ÿ Ga voor het transporteren en opslaan van de generator te werk als: volgt: (1). Zet de brandstofkraan UIT. (2). Laat de generator afkoelen voordat u hem verplaatst of opbergt. (3).
(1). Draai de brandstofkraan 5 naar de stand "UIT". (2). Draai vijf schroeven los en verwijder de onderhoudskap 4. (3). Haal de afvoerslang 1 uit het gat in de onderste behuizing en plaats deze in een geschikte bak. (4). Draai de aftapschroef 3 linksom los. (5).
11.3 LEEG DE BRANDSTOF OPNIEUW UIT DE CARBURATEUR Draai vast (1). Draai de ontluchtingshendel van de tankdop naar de stand "AAN". (2).Draai de brandstofkraan naar de "AAN"-stand. (3). Plaats de afvoerslang 1 in een geschikte bak. (4). Draai de aftapschroef 3 linksom los. (5).
11.4 MOTOR (1). Tap de olie uit het carter af terwijl de motor nog warm is. Vul bij met de aanbevolen nieuwe olie. (2). Verwijder de bougie en giet ongeveer 15 ml (1/2 ounce) motorolie in de cilinder via het bougiegat op de cilinderkop van de motor, en bedek het bougiegat met een doek. Trek meerdere keren aan het startkoord om de cilinderwanden met motorolie te bedekken.
12. PROBLEEMOPLOSSING Wanneer de motor niet kan worden gestart: Zit er brandstof in de tank? Vul de brandstoftank bij Zet de twee schakelaars aan Staan de motorschakelaar en de brandstofkraan AAN? Staat de ontluchtingshendel van de tankdop AAN? Zet de ontluchtingshendel van de tankdop aan Trek de chokeknop uit Trekt de chokeknop eruit? volledig...
Motor start en slaat vervolgens af: Is het brandstofpeil laag? Brandstof aan tank toevoegen Is de ontluchtingshendel van de tankdop gesloten? Open de ontluchtingshendel van de tankdop Is het motoroliepeil niet correct? Motoroliepeil controleren, bijvullen of laat uitlekken indien nodig Zit de brandstof in de brandstoftank? Vervang brandstof in de brandstoftank, vervuild?
Motor start, loopt dan stroef: Zit de choke vast of blijft hij aan? Draai de choke naar de run-stand Reinig of vervang het luchtfilter Is de luchtreiniger vuil of verstopt? element Is de bougie defect of vuil? Vervang of reinig de bougie Contact met een bevoegde handelaar - 55 -...
Pagina 57
Geen AC-uitgang: Is de generator overbelast? Verminder belastingen en druk op reset knop om module te resetten Is de wisselspanning laag? Controleer of de choke in de bedrijfsstand staat en controleer de brandstof in de brandstoftank en carburateur, en controleer luchtfilter Is het elektrische apparaat kort? Controleer de staat van eventuele verlengsnoeren en alle items...
Pagina 58
Geen DC-uitgang Is de gelijkspanning laag? Controleer of ECO Switch op "0" staat JA UIT positie Is de DC-circuitbeschermer UIT? Zet de DC-circuitbeschermer AAN. Het apparaat wijzigen of vervangen Controleer het elektrische apparaat op eventuele storingen Contact met een bevoegde handelaar - 57 -...
Er lekt brandstof uit de afvoerslangen. Is de druk in de brandstoftank ook? Open de ontluchting van de brandstoftank om te balanceren hoog? JA druk Zit de carburateur aftap in de kom? Draai de aftapschroef rechtsom naar niet gesloten? dichtbij Contact met een bevoegde handelaar 13.
Pagina 60
Boring × Slag 48,6 mm × 43,0 mm (1,91 inch × 1,69 inch) Motor snelheid 3000~5000rpm (met ECO AAN) 4 uur @ nominale belasting Operatie uren 10Hr@1/4 nominale belasting Ongelode benzine Brandstof Brandstof tank capaciteit 4.2L Motoroliecapaciteit: 0,4 l (0,42 Amerikaanse qt) Ontbrandingssysteem Type A5RTC (TORCH)