OPTIES
AQC-KLEP
De diafragmaklep regelt op basis van de berekende ventilatie van 1
bedraagt 100% en is niet instelbaar.
Zonder ventilatoren groep
INSTELLING TEMPERATUUR
De temperatuur waarop de ventilatiegroep regelt, deze instelling is altijd relatief ten opzichte van de
staltemperatuur. Achter de temperatuur instelling wordt de berekende temperatuur weergegeven waarop de
ventilatiegroep regelt.
BANDBREEDTE
De bandbreedte bepaalt de 'gevoeligheid' van de regeling. Met een te kleine bandbreedte reageert de computer
feller op een temperatuurstijging/daling. Dit is niet goed voor het stalklimaat. Er ontstaan zo te veel
schommelingen in de ventilatie.
MINIMALE EN MAXIMALE KLEPOPENING
De minimale en de maximale klepopening kan hier ingesteld worden.
MOMENTELE TEMPERATUUR
Op deze regel wordt de momentele gemiddelde temperatuur weergegeven waarop de ventilatiegroep regelt.
BEREKENDE KLEPOPENING
Aan de hand van de momentele temperatuur, de bandbreedte, de minimale en maximale klepopening wordt de
actuele klepopening berekende.
Start ventilator 2 / 3
Indien de ventilatoren uit meerdere ventilatieregelingen bestaat dient u
achter "Start ventilator 2" en/of "Start ventilator 3" het percentage in te
stellen waarbij de 2
e
/ 3
(inschakel percentage t.o.v. de totale capaciteit van de geregelde
ventilatiegroep).
Achter "Geregelde
Stap" staat het aantal ventilatieregelingen vermeld
dat momenteel ingeschakeld is (1 = 1
ventilatieregeling, 3 = 1
Momentele klepopening
Minimale klepopening
Minimum
bij ventilatie
e
ventilatieregeling ingeschakeld moet worden
e
ventilatieregeling, 2 = 1
e
, 2
e
en 3
e
ventilatieregeling).
Uitgang
Maximum
ventilator
bij ventilatie
ventilator. De maximale klepstand
ste
Noodstop actief
e
en 2
e
Maximale klepopening = 100%
Ventilatie [%]
Pagina 13 van 32