SERVICE
6
Trim van digitale sensor resetten (SP04)
Speciale parameter SP04 reset de nulpunt- en breedte-trim terug naar fabrieksinstellingen. Let
op: als een reset naar fabrieksinstellingen wordt uitgevoerd, blijven de eerder ingestelde
trimwaarden behouden! Een reset naar de basisinstellingen reset de trimwaarden naar de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
6.9.2 Trimmen van digitale sensor via de KROHNE DTM
Het trimmen van de digitale sensor kan plaatsvinden via PACTware
Manager (DTM). Daarom moet de sensor via een geschikte interface zijn verbonden met het
toestel op de klemmen. Om bij de juiste menu-items te komen, moeten de volgende stappen
worden doorlopen: Menu -> Parameter -> Parameterisation (Menu -> Parameter ->
Parametrisering).
Voordat het trimmen van de digitale sensor kan plaatsvinden, moet een actieve offsetcorrectie
worden gereset. Daarom moet de waarde van de sensorpositiecorrecties handmatig op 0 worden
ingesteld via: Setup -> Sensor mounting correction (Setup -> Positie correctie sensor). Via de
knop Apply (Toepassen) kan de aanpassing naar het toestel worden geüpload. Nadat het
trimmen van de digitale sensor heeft plaatsgevonden, kan het effect van de montagepositie weer
worden gecorrigeerd via de automatische sensorpositiecorrectie.
Om toegang te krijgen tot de speciale parameters moet de service login worden geactiveerd.
Kies daarom de knop met de moersleutel boven het menu en voer het wachtwoord kps1921 in via
Service Login. De speciale parameters zijn toegankelijk via: Additional settings -> Special
parameters (Verdere instellingen -> Speciale parameters) in het menu.
De nulpunt-trim uitvoeren
Om de nulpunt-trim uit te voeren, selecteert u Sensor calibration -> Activate LRV
(Sensorkalibratie -> LRV activeren) in het dropdownmenu van de sectie (2-4) en bevestigt u de
selectie met Execute action (Actie uitvoeren).. Er moet worden verzekerd dat het systeem
volledig drukloos is. De momenteel toegepaste druk wordt ingesteld als het nieuwe nulpunt
(LRV) en toegewezen aan de stroomuitgangswaarde van 4 mA. Tijdens deze procedure wordt de
karakteristiekcurve aan een kant afgeregeld, zodat het einde van het meetbereik (URV) gelijk
blijft. Om de configuratie af te ronden, moet de parametrisering naar het toestel worden
weggeschreven met de knop Apply (Toepassen).
De breedte-trim uitvoeren
Om de breedte-trim uit te voeren, selecteert u Sensor calibration -> Activate LRV
(Sensorkalibratie -> LRV activeren) in het dropdownmenu van de sectie (2-4) en bevestigt u de
selectie met Execute action (Actie uitvoeren). Er moet worden verzekerd dat de toegepaste
drukreferentie overeenkomt met het gewenste einde van het meetbereik (URV). De momenteel
toegepaste druk wordt ingesteld als het nieuwe meetbereik (URV) en toegewezen aan de
stroomuitgangswaarde van 20 mA. Tijdens deze procedure wordt de karakteristiekcurve aan een
kant afgeregeld, zodat de Lower Value Range (LRV) gelijk blijft. Om de configuratie af te ronden,
moet de parametrisering naar het toestel worden weggeschreven met de knop Apply
(Toepassen).
De digitale sensor trim resetten
Om de nulpunt- en breedte-trim te resetten, selecteert u Sensor calibration -> Reset Calibration
(Sensorkalibratie - Kalibratie resetten) in het dropdownmenu van de sectie (2-4) en bevestigt u
de selectie met Execute action (Actie uitvoeren). Om de configuratie af te ronden, moet de
parametrisering naar het toestel worden weggeschreven met de knop Apply (Toepassen).
82
www.krohne.com
02/2022 - 4006646302 - MA OPTIBAR PC 5060 C R05 nl
OPTIBAR PC 5060
en de Device Type
TM