Inhoudsopgave
Advertenties
OPTIBAR PC 5060
6.9 Trimmen van digitale sensor
Trimmen van de digitale sensor wordt gebruikt om de drukafwijkingen en het meetbereik
overeenkomstig een drukreferentie opnieuw af te regelen. De nulpunt-trim corrigeert de
drukafwijking van de transmitter aan het begin van het meetbereik (LRV), terwijl de breedte-trim
de meetafwijking aan het einde van het meetbereik (URV) corrigeert. Voor het uitvoeren van een
digitale trim is een nauwkeurige drukreferentie vereist.
p/dp out
0,5
0
Figuur 6-2: Trimmen van digitale sensor
1 Karakteristiekcurve vóór nulpunt-trim
2 Karakteristiekcurve na nulpunt-trim
3 Karakteristiekcurve vóór breedte-trim
4 Karakteristiekcurve na breedte-trim
6.9.1 Trimmen van digitale sensor via de display- en bedieningsmodule
Voordat trimmen van de digitale sensor kan plaatsvinden, moet een eventuele actieve
offsetcorrectie worden gereset. Daarom moet de waarde van de sensorpositiecorrectie
handmatig op 0 worden ingesteld via Extended adjustment -> Setup -> Sensor mounting
correction -> Edit (Uitgebreide afregeling -> Setup -> Positie correctie sensor -> Bewerken).
Nadat het trimmen van de digitale sensor heeft plaatsgevonden, kan het effect van de
montagepositie weer worden gecorrigeerd via automatische sensorpositiecorrectie.
Om trimmen van de digitale sensor uit te voeren via de display- en bedieningsmodule, navigeert
u als volgt door het menu Extended adjustment -> Additional settings -> Special parameters ->
SP02 / SP03 / SP04 (Uitgebreide bediening -> Verdere instellingen -> Speciale parameters ->
SP02 / SP03 / SP04)
Het wachtwoord voor toegang tot de speciale parameters is: SW
De nulpunt-trim uitvoeren (SP02)
Om de nulpunt-trim uit te voeren, moet speciale parameter SP02 worden geselecteerd en
bevestigd. Er moet worden verzekerd dat het systeem volledig drukloos is. De momenteel
toegepaste druk wordt ingesteld als het nieuwe nulpunt (LRV) en wordt toegewezen aan de
stroomuitgangswaarde 4 mA. Tijdens deze procedure wordt de karakteristiekcurve aan een kant
afgeregeld, zodat het einde van het meetbereik (URV) gelijk blijft.
De breedte-trim uitvoeren (SP03)
Om de breedte-trim uit te voeren, moet speciale parameter SP03 worden geselecteerd en
bevestigd. Er moet worden verzekerd dat de toegepaste drukreferentie overeenkomt met het
gewenste einde van het meetbereik (URV). De momenteel toegepaste druk wordt als nieuwe
breedte (URV) ingesteld en toegewezen aan de stroomuitgangswaarde van 20 mA. Tijdens deze
procedure wordt de karakteristiekcurve aan een kant aangepast, zodat de Lower Range Value
(LRV) gelijk blijft.
02/2022 - 4006646302 - MA OPTIBAR PC 5060 C R05 nl
0
100 p/dp in
p/dp out
100,5
100
0
0
www.krohne.com
SERVICE
100 p/dp in
6
81
Advertenties
Inhoudsopgave
